De enorme moed van Paul Volcker (2)

Een dikke week geleden vertelde ik u in dit artikel dat toenmalig Fed-baas Paul Volcker inflatie de kop indrukte door de rente fors te verhogen. En dat hij daarmee tegelijk de toen fors stijgende goudprijs definitief de kop indrukte.

Ik vertelde u ook hoeveel moed nodig was om zulke harde maatregelen te nemen. Volcker werd een soort paria, want geld lenen werd voor burgers en bedrijven véél te duur en Amerikaanse bedrijven kwamen door de stijgende dollar in moeilijkheden.

Op zijn zachtst gezegd kunnen we stellen dat Paul Volcker in de jaren 1980-1983 niet bepaald een prettig leven had.

Met dank aan de voorganger
En dat was feitelijk te danken aan zijn voorganger Arthur Burns, die begin jaren ’70 al had moeten ingrijpen, maar dat niet deed. Burns gaf later toe dat hij domweg niet moedig genoeg was geweest om de druk van het Witte Huis te weerstaan.

Paul Volcker toonde dus enorme moed. Maar op de grafiek hieronder zien we dat dit was in een periode waarin de Amerikaanse staatsschuld slechts 30% van het BBP bedroeg.

Van een zo lage staatsschuld kunnen we nu alleen maar dromen! Met een zo lage staatsschuld was het toen voor de VS geen enkel probleem om een paar jaar lang tegenvallende belastinginkomsten (ofwel forse begrotingstekorten) te hebben.

Wie o wie heeft zin om de hele wereld op zijn nek te krijgen?
Nu hebben we (nog) geen inflatie. Maar het is voor iedereen duidelijk dat als centrale bankiers de rente niet laag houden en geen geld printen, de economie direct in een diepe recessie gaat.

En als dat gebeurt, stijgen Amerikaanse én Europese staatsschulden direct tot fors boven de 100% van het BBP.

Als anno 2014 een centrale bankier al de euvele moed zou hebben om te doen wat nodig is, dan gaan landen direct failliet. Schieten obligatiemarkten direct in de stress. En knallen de beurzen direct omlaag.

Geen centrale bankier die dáárvoor de hele wereld op zijn nek wil krijgen!

Conclusie
Centrale banken zullen doorgaan met de rente laag houden én fors geld printen. Net zolang tot inflatie de kop opsteekt. En als inflatie vervolgens te snel stijgt, zullen ze niet het lef hebben om hard in te grijpen.

En dus is de daling van de goudprijs sinds 2011 niets anders dan een correctie binnen een fors stijgende lange termijn trend. En dus zal de goudprijs de komende jaren enorm gaan stijgen. En zal papiergeld op termijn waardeloos worden.

Omdat het voor mij 100% vast staat dat centrale bankiers het huidige beleid tot het einde toe zullen voortzetten, blijf ik fysiek regelmatig goud en zilver bijkopen. Ik doe dat bij deze aanbieders.

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Ook al zou de eurozone er goed voor staan…

Ik kom nog even terug op dit artikel van afgelopen vrijdag. Ik vertelde u dat Draghi donderdag aankondigde dat hij volgende maand actie zal ondernemen om de koers van de euro omlaag te krijgen. De euro daalde sinds donderdag ruim een procent.

De valuta oorlog is begonnen. En is nog lang niet ten einde. Japan staat er op dit moment zó ongelofelijk belabberd voor, dat het kan kiezen tussen twee kwaden. Massaal geld printen of het land failliet laten gaan.

Het heeft logischerwijs gekozen voor de oplossing die op korte termijn het minste pijn doet. Maar die de Japanse Yen op termijn waardeloos zal maken.

In mindere mate geldt hetzelfde voor Europa. Hoge staatsschulden, hoge werkloosheid, banken die er nog steeds dramatisch slecht voor staan en een vergrijzende bevolking.

Ook zonder valuta oorlog
Zonder de valuta oorlog zou Draghi daarom op een bepaald moment ook worden gedwongen om forse hoeveelheden euro’s te printen. Want zonder inflatie zullen de staatsschulden als percentage van het BBP de komende jaren alleen maar verder stijgen.

Zelfs al zou de eurozone economisch gezond zijn
Andersom geldt echter dat zelfs al zou de eurozone ongeschonden door de crisis zijn gekomen, de ECB door deze valuta oorlog tóch zou worden gedwongen om fors geld te printen. Omdat de euro anders simpelweg te snel te duur wordt, waardoor exporterende bedrijven in grote problemen zouden komen.

Linksom of rechtsom, er gaan de komende jaren enorme hoeveelheden papiergeld worden geprint. En als er van iets steeds meer wordt gemaakt, wordt het automatisch minder waard.

Dingen die je kunt aanraken
Als je deze crisis financieel wilt overleven, dan moet je in hard assets zitten. Dingen die tastbaar zijn, die je kunt aanraken. Dingen waarvan een centrale bank de beschikbare hoeveelheid niet even met een druk op de knop kan verhogen.

Ik wil deze crisis absoluut financieel overleven. Dat is waarom ik goud en zilver blijf bijkopen. Want dat is het enige geld dat haar koopkrachtwaarde op termijn niet verliest. Ik doe dat bij mijn favoriete aanbieders.

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Mario laat de geldpersen alvast warm draaien

In juli 2012 haalde ECB-president Mario Draghi een mooie truc uit. Hij beloofde de financiële markten domweg dat hij er alles aan ging doen om de euro in zijn huidige vorm te laten overleven.

Mario zat tussen twee vuren. Grote problemen in de PIIGS-landen schreeuwden om meer geld printen. Merkel wilde echter absoluut niet dat de ECB nog meer geld ging printen. Het zou haar herverkiezing in gevaar brengen.

De truc heeft gewerkt. En nog best een lange tijd ook. Mario heeft nu al 15 maanden lang op zijn belofte kunnen teren, zonder geld te hoeven printen. Met dank aan zijn collega’s Bernanke en Kuroda (Japan), die de geldpersen wél volop lieten draaien. Maar de truc verliest nu haar uitwerking.

Rampzalige cijfers
Vorige week kwam Eurostat met het bericht dat de staatsschuld in de Eurozone in het 2e kwartaal is gestegen tot maar liefst 93,4% van het BBP. De eurolanden voegden samen nog maar eens €125 miljard aan hun toch al torenhoge schuld toe.

De staatsschulden van Griekenland (169%), Italie (133%) en Portugal (131%) zijn domweg onhoudbaar. En hoewel Spanje met 92% nog net onder het gemiddelde zit, stijgt haar staatsschuld het snelst van alle eurolanden. De grafiek hieronder zegt genoeg.

Meer slecht nieuws
Gisteren kwam Eurostat met nog meer slecht nieuws. De werkloosheid in de eurozone blijft met 12,2% onverminderd hoog. In september verloren nog maar eens 60.000 mensen hun baan.

Maar écht verrassend was het bericht dat inflatie in de Eurozone in oktober is gedaald tot slechts 0,7%. Zonder geld printen gaat de eurozone de komende maanden richting deflatie. In de zwakke landen gaat het nu al die kant op. Kijk maar eens hieronder naar de Spaanse inflatiecijfers.

Het gaat nog een tijd lang gezellig zijn op de beurs
Deflatie is een ramp voor landen met te hoge staatsschulden. En is een nachtmerrie in de ogen van centrale bankiers. Mario gaat geld printen. Veel geld.

Dat betekent dat straks de drie grootste centrale banken ter wereld volop aan het geld printen zijn. Een ramp voor de lange termijn.

Maar voor ons beleggers is de lange termijn een zorg voor later. Want voor de komende tijd betekent het zeer waarschijnlijk dat het op de aandelenbeurzen gezellig gaat zijn. Héél gezellig.

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Staatsschulden terugdringen?

EU-politici hebben ook dit jaar al tig keer aangekondigd dat economisch herstel op komst is, of zelfs al is ingezet. En al drie jaar lang zijn ze ons aan het vertellen dat het zo belangrijk is om de staatsschuld terug te dringen.

Naar praatjes van politici luisteren is zinloos, want ze liegen dat ze barsten. Hoort bij het beroep. Gisteren kwam Eurostat met deze harde cijfers.

De regeringen van de eurozone zijn zó slim, zó verstandig aan het bezuinigen geweest, dat de staatsschuld van de Eurozone in één kwartaal met maar liefst €150 miljard is gestegen. Tot 92% van het BBP.

Recordhouder
Spanjes staatsschuld steeg met maar liefst €39 miljard, Italië moest €46 miljard extra geld lenen en de Ieren €12 miljard. En ook de Belgische staatsschuld steeg fors. Met maar liefst $19 miljard.

Was ik bijna de Fransen vergeten. Hollande is waarschijnlijk recordhouder als het gaat om aankondigen dat economisch herstel op komst is. Frankrijk moest €37 miljard extra lenen.

Probleemloos lenen dankzij Draghi
Uiteraard ging dat geld lenen probleemloos. Grote beleggingsfondsen en pensioenfondsen waren gaarne bereid om hun geld aan deze landen uit te lenen. Dankzij Draghi. Want hij heeft ze vorig jaar laten weten dat ze geen enkel risico lopen als ze geld lenen aan Eurolanden.

Zodra de rente op staatsobligaties teveel oploopt, zet Draghi de geldpersen weer aan. Of denkt u werkelijk dat Griekenland, Frankrijk, Italië, Ierland, België en Spanje een manier gaan vinden om hun staatsschulden op een normale manier af te lossen?

Wat je wel moet doen. En wat juist niet.
Wat we in ons gratis rapport “Wees voorbereid en heb een plan!” beschrijven, is precies aan het gebeuren. In het rapport vertellen we u wat wij de komende jaren wél met ons geld doen en wat juist niet. Klikt u hier om dit gratis rapport aan te vragen.

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Ik begin een beetje nerveus te worden

Op mijn Twitter account plaatste ik deze week diverse tweets met links naar publicaties van economische cijfers. Duitse detailhandelsverkopen omlaag, Spaanse detailhandelsverkopen ingestort, verder oplopende werkloosheid in de eurozone etc.

Biertje?
François Hollande is zo op zoek naar geld om de gaten in zijn Franse begroting op te vullen, dat hij de accijns op bier met 160% wil verhogen. Portugal gaat de belastingen nog maar eens fors verhogen. En Griekenland komt met een begroting die laat zien dat de staatsschuld eind volgend jaar 189% van het BBP zal bedragen.

Griekse leningen gaan worden kwijtgescholden
Een gedeeltelijke kwijtschelding van de Griekse staatsschuld is onontkoombaar. Waardoor politici straks definitief aan de belastingbetaler moet vertellen dat we de Griekse leningen niet terug gaan zien. Iedereen zal zich nog politici herinneren die vertelden dat we juist aan die Griekse leningen zouden gaan verdienen. Zoals Jan Kees de Jager ons hier vertelde.

Het eerste miljardengat in de begroting van 2013
In Nederland is inmiddels de BTW verhoogd van 19% naar 21%. In de begroting voor 2013 gaat Jan Kees er vanuit dat ’s lands BTW-inkomsten zullen stijgen van €42,4 naar €46,2 miljard. Ik garandeer u bij deze dat die verwachting niet zal uitkomen. Het eerste miljardengat in de begroting is een feit.

Toen ik afgelopen woensdagavond deze zaken aan mijn vrouw vertelde, voelde ik mij voor het eerst sinds het uitbreken van de crisis onrustig worden. Misschien omdat ik het gevoel krijg dat we nu dicht bij het moment komen dat het écht fout gaat. Dat de crisis écht gaat beginnen en dat er stijgende sociale onrust komt. Niet alleen in de PIIGS-landen, maar ook in de rest van de eurozone.

Wees voorbereid en heb een plan!
Ik kan u alleen maar aanraden om vooral ervoor te zorgen dat u zichzelf financieel voorbereidt op wat we de komende jaren voor de kiezen gaan krijgen.

In een gratis rapport vertel ik u precies wat ik de komende jaren ga doen met mijn geld en vooral ook wat ik de komende jaren vooral NIET zal doen.
Klikt u hier om dit gratis rapport aan te vragen.

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Mijn analyse van het inflatie-deflatie debat

Ik hoop dat u het filmpje met het debat tussen inflationist James Rickards en deflationist Harry Dent hebt bekeken. Er zijn niet veel mensen die intelligent zijn én een totaal onafhankelijke geest hebben, die ook nog eens in debat gaan over de vraag of we op inflatie of deflatie afstevenen.

En let u daarbij vooral op het woord onafhankelijk. De meeste figuren die u op de tv of in de krant voorbij ziet komen, zijn ofwel niet intelligent, ofwel niet onafhankelijk. Het is ook daarom dat de reguliere media dagelijks zoveel onzin over ons uitstorten.

Als u het debat nog niet hebt bekeken, doet u dat dan alsnog voordat u dit artikel verder leest. Dat maakt het interessanter, want dan kunt u uw eigen mening vergelijken met die van mij.

Mijn analyse van het debat
De uitleg van Rickards over hoe het geld printen in zijn werk gaat, was vrij snel, maar wel zeer goed. Er waren geen gaten in te schieten en dat deed Harry Dent dan ook niet.

Beiden waren het erover eens dat de Amerikaanse overheid als officieel doel heeft om 2% inflatie te creëren, maar dat ze in werkelijkheid 4% tot 5% inflatie willen. Want dan slinkt de staatsschuld sneller als percentage van het BBP.

Dent’s mening was vervolgens dat mensen bij 5% inflatie zonder economische groei in opstand zullen komen. Dat ze zullen eisen dat de Fed stopt met geld printen. Dit is waar hij enorm de fout in gaat.

Burger wil loonsverhoging
De burger die de straat op gaat om te protesteren, legt absoluut niet de link tussen geld printen en inflatie. Het leven is 5% duurder geworden en dus zal hij de straat op gaan om minimaal 5% loonsverhoging te eisen. Hij zal nooit de straat op gaan om te eisen dat een centrale bank stopt met geld printen.

Rickards verwacht dat inflatie eerst naar de door politici gewenste 5% zal gaan, en vervolgens snel zal stijgen richting 10%. Waar beiden een slag misten, was dat ze het hadden over een scenario met 10% inflatie zonder economische groei. Terwijl je bij 10% inflatie automatisch (een tijdelijke, zeer ongezonde) economische groei krijgt omdat mensen hun spaargeld gaan uitgeven om prijsstijgingen voor te zijn.

Conclusie
Het enige argument van deflationist Harry Dent om deflatie te verwachten, was dat hij verwacht dat burgers zullen eisen dat centrale banken stoppen met geld printen. Dat is naar mijn mening enorm onrealistisch. Ze zullen loonsverhoging eisen, waarvoor juist méér geld moet worden geprint.

In de Duitse Weimar republiek draaiden ze in 1922-23 de zaak ook gewoon om. In plaats van te beseffen dat inflatie het gevolg van was geld printen, redeneerde Reichsbank-president Rudolf Havenstein dat hij geen andere keuze had dan geld printen als gevolg van de stijgende inflatie.

Overtuiging alleen maar versterkt
Diezelfde redenering gaat nu ook plaats vinden. Het maakt de gemiddelde burger in beginsel niet uit dat alles duurder wordt, zolang zijn inkomen maar navenant wordt verhoogd. Het debat heeft mijn overtuiging dat we op fors stijgende inflatie afstevenen, alleen maar versterkt.

En het grappige is dat beiden mij ervan overtuigden dat we met onze obligatiestrategie enorme winsten gaan behalen en dat beiden mij ervan overtuigden dat ik voorlopig nog even door moet gaan met het bijkopen van goud en zilver.

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Een Oost-Europees probleempje

In Italië zit een bank die Unicredit heet. Het aandeel Unicredit staat op de beurs van Milaan genoteerd en verloor sinds 1 juli maar liefst 25% in waarde. Ik moest afgelopen weekend denken aan dit artikel dat ik meer dan twee jaar geleden schreef.

Leningen in Zwitserse Franks
Het artikel beschrijft het feit dat in Oost-Europa tot het uitbreken van de kredietcrisis massaal hypotheken werden verkocht in valuta als de Japanse Yen en zelfs Zwitserse Franks. Dit omdat de rente dan lager was, waarbij de arme onwetende consument werd wijsgemaakt dat de Yen en de Frank niet zouden gaan stijgen tegenover bijvoorbeeld de Zloty en de Florint. Wat uiteraard juist wel gebeurde, met alle gevolgen vandien…

1700 miljard euro
Een probleem dat werd geschat maar liefst 1700 miljard euro groot te zijn en waar ook banken in de Eurozone veel last van moeten hebben. Sinds maart 2009 heb ik hierover nooit meer iets vernomen. Ik heb mij diverse keren afgevraagd hoe zo’n enorm probleem compleet van het radarscherm van bijvoorbeeld de media kan verdwijnen.

Bank staat op omvallen
Unicredit is actief in Oost-Europa. Zeer actief. En daarmee zien we nu eindelijk de link. De angst groeit dat Unicredit op omvallen staat, dus staatssteun nodig gaat hebben. Maar Italië heeft geen geld om die staatssteun te verlenen, want de Italiaanse staatsschuld zit nu al op 120% van het BBP. En zo komt het Oost-Europese probleem dat een dikke twee jaar geleden al bestond, toch nog op een zeer geniepige manier om de hoek kijken.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Het is alles Japan wat de klok slaat…

Deze week hebben we ons eens verdiept in wat de economische gevolgen van de Japanse ramp kunnen zijn. Hierover nadenken wordt echter zwaar bemoeilijkt door de onzekerheid over de kerncentrales.

Het lijkt er echter op dat alles wat er nu gebeurt de grondstofprijzen (behalve die van uranium) op de lange termijn verder zal opdrijven. De Japanse wederopbouw zal enorm omvangrijk zijn en zal de vraag naar industriële grondstoffen doen verhogen.

Daar komt bij dat het gebruik van kerncentrales wereldwijd nu al ter discussie is komen te staan. De kans is daardoor groot dat de komende jaren een groter deel van de wereldwijde elektriciteit gaat worden opgewekt via traditionele elektriciteitscentrales, wat de vraag naar steenkool, olie en aardgas zal doen toenemen.

Verder lijkt het erop dat de Japanse overheid met een enorm financieel probleem zit, want de staatsschuld is ongeveer 200% van het BBP. Die schuld zal dit jaar fors toenemen door de economische klap die deze aardbeving heeft uitgedeeld, en zal daarna fors toenemen omdat de wederopbouw moet worden gefinancierd.

De eerste indicatie is in dit soort situaties meestal de goede. De Japanse centrale bank heeft de geldpersen aangezet, door voor meer dan $300 miljard aan Japanse Yen te printen. Men kiest dus duidelijk voor de Amerikaanse strategie van geldontwaarding. Hoewel de Yen de afgelopen week steeg als reactie op de ramp, zijn wij ervan overtuigd dat de waarde van de Yen de komende jaren enorm zal dalen.

Tegelijk zijn we juist optimistisch over de Japanse beurs, maar wel pas nadat we weten op welk niveau de Nikkei de komende maanden een bodem gaat vormen. En waar die bodem zal komen te liggen, zal uiteraard worden bepaald door de vraag wat er met die kerncentrales gaat gebeuren…

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Het bruto binnenlands product, wat is dat?

(door Tom Lassing)
Het bruto binnenlands product (BBP) is de totale geldwaarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten gedurende een bepaalde periode (meestal een jaar). Ofwel de grootte van onze economie. Dat is mooi, maar wat ÍS het nu eigenlijk?

Stel even, ik krijg een groot overheidscontract om alle bossen die we
hebben met de grond gelijk te maken… Ons BBP zal daardoor enorm toenemen. Toch zal iedere burger het erover eens zijn dat we allemaal armer geworden zijn als alle bossen verdwenen zijn.

Als ik een auto in de prak rij en er dus een nieuwe voor nodig heb, dan is dat positief voor het BBP. Dat terwijl ik wel een auto vernietigd heb en daarmee kapitaal vernietigde.

Als we overal in onze steden structureel rellen krijgen waardoor veel wordt vernietigd en waardoor er meer politie nodig is, dan stijgt het BBP.

Als we heel veel zieken en verslaafden hebben, dan werken die niet en zijn ze een financiële last voor de samenleving, maar hun medische behandeling is zo positief voor het BBP, dat het BBP er per saldo op vooruit gaat. Hoe zieker de bevolking is, des te beter voor BBP.

Wát meten we dus eigenlijk met BBP?
We meten groei én destructie. In feite hebben we dus niet veel aan dat cijfer. Het is statistiek. En over statistiek weten we het volgende: er zijn leugens, er zijn grote leugens, en er zijn statistieken.

Tom Lassing is uitgever van de kwaliteitsservice BeursAccent, waarmee hij alleen al in het nog zo prille 2011 voor in totaal $5500 aan winst heeft binnen gehaald.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Waarom de Euro gedoemd is (1)

Ik heb vorige week enkele zeer interessante analyses gelezen, waaronder een uitgebreide uitleg over waarom de Euro bijna gedoemd is om op termijn uit elkaar te spatten. Ik vind dit zodanig belangrijk, dat ik u deze uitleg absoluut wil meegeven. Ik heb het zo duidelijk en leesbaar mogelijk proberen op te schrijven, maar het kan toch zijn dat u misschien af ten toe even moet doorbijten.

Deze week deel 1:

Spanje is de klos, en niet zo’n beetje ook
We beginnen de analyse met een simpele economische waarheid. Die waarheid is dat het Bruto Binnenlands Product (dus de totale economie) van een land is samengesteld uit de volgende drie onderdelen:

  1. Investeringen en uitgaven gedaan door de overheid
  2. Investeringen en uitgaven gedaan door burgers en bedrijven
  3. Het verschil tussen export en import

Als je dus economische groei wilt realiseren, dan moet de overheid meer geld uitgeven, of burgers en bedrijven moeten meer geld uitgeven, of er moet meer worden geëxporteerd, of er moet minder worden geïmporteerd. Meer smaken zijn er niet. Daarbij geldt voor zowel overheid, burgers als bedrijven dat als ze weliswaar meer geld uitgeven, maar dit teveel op krediet doen, dit enkele jaren later als een boemerang in het gezicht terugkomt.

Het gevolg van fors besparen
In Spanje zal het begrotingstekort dit jaar naar verwachting uitkomen rond 9,4% van het BBP. Het Spaanse BBP bedraagt ongeveer 990 miljard euro, zodat de Spaanse overheid dit jaar 93 miljard euro meer uitgeeft dan er binnenkomt. Ofwel, 93 miljard van het BBP is op krediet.

Nu gaat de regering besparen en wil het dat het begrotingstekort in 2011 uitkomt op 7%. Men gaat in 2011 dus slechts 69 miljard euro meer uitgeven dan er binnenkomt. De Spaanse overheid gaat in 2011 dus 24 miljard minder uitgeven dan in 2010.

Conclusie: Als burgers en bedrijven volgend jaar evenveel uitgeven, en als de export en import even hoog blijven, dan zal de Spaanse economie volgend jaar met 2,4% krimpen. En dus terug in een recessie belanden.

Om een recessie te voorkomen moeten burgers en bedrijven volgend jaar plotseling zorgeloos en optimistisch worden, en 24 miljard méér uitgeven dan in 2010. Of moeten Spaanse bedrijven voor 24 miljard meer exporteren en/of minder importeren. En áls dat al zou lukken, dan is er nog steeds sprake van economische stilstand.

Recessie is onvermijdelijk
De kans is echter veel groter dat Spaanse burgers en bedrijven volgend jaar helemaal niet optimistisch zullen zijn en juist minder gaan uitgeven, waardoor het probleem alleen maar groter wordt. Meer exporteren is uiteraard een goed idee, maar dan moeten buitenlanders eerst graag jouw producten willen kopen! Die kans is op de korte termijn zeer klein, want Spanje heeft haar concurrentiepositie sinds de invoering van de Euro enorm laten slabakken, waardoor het veel meer importeert dan exporteert. Om export te laten groeien is jarenlange loonmatiging of zelfs een loondaling nodig. Sociaal onmogelijk, want geen enkele burger zal dat pikken.

We kunnen daarom niet anders dan concluderen dat de Spaanse besparingsplannen op het eerste gezicht contraproductief zijn en alleen maar zullen leiden tot een forse recessie. Die dan weer voor lagere belastinginkomsten zal zorgen, waardoor het alleen maar moeilijker wordt. De overheid kan echter óók niet doorgaan met zoveel geld blijven uitgeven. Want dan explodeert de staatsschuld en wil niemand nog geld lenen aan de Spaanse overheid. En geld kunnen lenen is essentieel om de zaak draaiend te houden.

Het grote verschil tussen vroeger en nu
Voordat de Euro bestond, werd een dergelijke crisis op een simpele manier opgelost. Geld drukken en daarmee de valuta devalueren. Zo werden Spaanse producten goedkoper en kreeg de export een tijdelijke duw in de rug, terwijl geïmporteerde producten duurder, dus minder interessant voor de Spaanse burger werden. Op lange termijn slecht voor de economie, maar voor politici en centrale bankiers een prachtige “quick fix”.

Door de Euro is die “quick fix” nu niet meer mogelijk. Maar liefst 80% van de Spaanse export gaat naar andere Euro-landen. Voor die overige 20% moeten de Spanjaarden hopen op een daling van de Euro, maar dat is voorlopig niet waarschijnlijk. Dit omdat landen in het hoge Europese noorden (vooral Duitsland) veel beter op de centen én op hun concurrentiepositie hebben gepast, waardoor zij wel kunnen rekenen op een bloeiende export sector.

Ik heb hierboven Spanje als voorbeeld genomen, maar we kunnen aan dat rijtje rustig Portugal, Italie en Griekenland toevoegen. Ierland hoort er eigenlijk ook bij, maar heeft meer kansen omdat de Ierse economie meer op export naar landen buiten de Eurozone is gericht.

De enige mogelijke (theoretische) oplossing voor Spanje
Dat is inderaad besparen (er is geen keuze) en loonsverlagingen doorvoeren. Dus bereid zijn om jarenlang door een economische hel te gaan, en om in die periode keihard te werken aan het verbeteren van de concurrentiepositie. Keihard werken dus om ervoor te zorgen dat de buitenlandse vraag naar Spaanse producten fors stijgt. Maar waar vind je ook maar één Europese burger die bereid is om dat soort opofferingen te doen? Spanje (en ook Griekenland, Italië, Portugal) zit in een onmogelijke situatie, zonder uitweg.

Volgende week deel 2:
Waarom wij als gevolg van deze situatie uiteindelijk ook de klos zullen zijn.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media: