Word ook een “gewetenloze speculant”

Hoe dieper de VS en Europa financieel in de problemen komen, hoe meer we politici en centrale bankiers horen verklaren dat het allemaal de schuld is van “gewetenloze speculanten”. Zelf vinden ze het blijkbaar normaal om het geld van burgers verspillen, uit naam van die burgers enorme sommen geld te lenen, en om daarmee de reddende engel uit te hangen voor banken en zelfs voor hele landen.

Met volle overtuiging
Welnu, ik heb nieuws voor u! Ik ben een “gewetenloze speculant”. En met volle overtuiging! Met ons rapport “
De Amerikaanse obligatiemarkt staat op springen!” doen we precies dat wat politici vrezen. Inspelen op het uiteenspatten van de zeepbel die Bernanke en consorten hebben gecreëerd en die ze krampachtig in stand proberen te houden.

Zonder enige scrupules
Uiteraard willen die politici graag dat burgers hun zuur verdiende geld in kansloze staatsobligaties blijven beleggen, want dan kunnen zij vrolijk doorgaan met hun verspillingen. Alleen werkt de wereld niet zo. Niemand kan eindeloos geld verspillen. De zeepbel zal dus uiteenspatten. En ik zal daar zonder enige scrupules van profiteren.

Word zelf ook een “gewetenloze speculant” en profiteer maximaal van het instorten van de Amerikaanse obligatiemarkt. Klikt u hier om dit unieke rapport te bestellen.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Wereldkampioen geld drukken

In deze allereerste dinsdag editie wil ik het graag met u over goud en zilver, en dus over geld hebben. Want daar is het nodige over te melden, wat zeer interessant is voor ieder weldenkend mens, die bezorgd is over waar het met de wereld (en met zijn portemonnee) naar toe gaat. In sommige media zien we dat ‘specialisten’ een mening verkondigen dat zich voor wat betreft goud en zilver misschien wel een bubbel heeft gevormd.

Het eerste wat u moet weten is dat overheden en de financiële wereld niet bepaald gecharmeerd zijn van goud en zilver. En dat de (financiële) media voor hun inkomsten grotendeels afhankelijk zijn van advertentie inkomsten van banken, brokers en andere financiële ‘dienstverleners’.

De overheid is niet bepaald gecharmeerd van goud en zilver omdat het feit dat mensen voor de veiligheid van hun geld kiezen voor goud, dit tegelijk aangeeft dat deze mensen geen vertrouwen hebben in hun overheid, centrale bank, kortom het huidige systeem van papiergeld.

De financiële wereld is ook niet bepaald gecharmeerd van goud en zilver. Banken hebben veel liever dat u uw geld op een ‘veilige’ spaarrekening zet. Dit omdat ze alleen dan met uw geld de hort op kunnen om er een stuk meer mee te kunnen verdienen dan wat ze u aan rente betalen.

De (financiële) media heeft geen echte mening, want ze zullen altijd naar de pijpen van de grote partijen in de financiële wereld dansen. Ze kunnen hun grootste adverteerders niet tegen zich in het harnas jagen, want er moet nu eenmaal brood op de plank. Iets waar we begrip voor hebben, maar waar we als beleggers wél rekening mee moeten houden.

Er is dus reden genoeg om niet naar ‘specialisten’ in de media te luisteren, maar om vooral zelf na te denken. Dat gaan we hieronder daarom doen.

Goud is geld
Als we naar duizenden jaren geschiedenis kijken, dan stellen we vast dat goud en zilver geld zijn. En het papieren en digitale geld waar we nu mee betalen eigenlijk geen geld is. Dit omdat er niets van waarde tegenover staat. Er is in de geschiedenis ook geen enkele valuta geweest die de tand des tijds heeft doorstaan. Goud en zilver hebben alle systemen van papiergeld overleefd.

Bretton Woods
In 1944 kwamen 44 geallieerde landen samen in het Amerikaanse ski-oord Bretton Woods, en spraken daar nieuwe financiële spelregels af die ze na de oorlog zouden gaan toepassen. De Wereldbank en het IMF werd opgericht en de belangrijkste afspraak was dat ieder land zich ertoe verplichtte om de waarde van hun valuta te laten bewegen binnen een vaste bandbreedte ten opzichte van goud. Voor iedere gulden of frank die u (of uw ouder of grootouder) toen in uw zak had, had u de zekerheid dat er een vaste waarde aan goud tegenover stond.

Vietnam en ‘guns and butter’
In de jaren na de tweede wereldoorlog was er dus economische groei in combinatie met monetaire stabiliteit. Geld had waarde. Tot de Amerikanen in de jaren 60 diep in de schulden kwamen te zitten door de oorlog in Vietnam en het “guns and butter” project, waarbij enorm veel geld in sociale projecten werd gestopt. Toen de budgettaire situatie van de VS onhoudbaar werd, bliezen de Amerikanen de spelregels op door geld bij te drukken. Daardoor heeft iedere centrale bank vanaf 1971 de vrijheid om te besluiten problemen “op te lossen” door het bijdrukken van geld.

Een simpel gebrek aan financiële discipline
De enige reden waarom er geen vaste relatie meer is tussen goud en papier geld is een simpel gebrek aan financiële discipline. Ofwel net zolang meer geld uitgeven dan er binnenkomt totdat de situatie onhoudbaar is en geld drukken door politici als de “enige oplossing” wordt gezien.

Wereldkampioen geld drukken
Dat iedere centrale bank de vrijheid heeft om “naar eigen inzicht” geld bij te drukken, leidt ertoe dat de burgers zich uiteindelijk zullen realiseren dat papier geld waardeloos is. Hoe meer geld er wordt gedrukt, hoe waardelozer het wordt. De Verenigde Staten zijn van de ontwikkelde landen de onbetwiste wereldkampioen geld drukken, maar Europa kan er ook wat van.

Op de website van de ECB vind ik statistieken waaruit blijkt dat de geldhoeveelheid (M3) in de Eurozone in september 1970 in totaal 344 miljard euro was. In september 2010 was dat 9.424 miljard euro. Over deze 40-jarige periode geeft dat een gemiddelde jaarlijkse groei van 8,6%. U kunt wel op uw vingers natellen dat de economie in de afgelopen 40 jaar veel minder hard is gegroeid dan de geldhoeveelheid. Ook in de Eurozone hebben centrale banken dus stelselmatig de werkelijke waarde van de euro ondermijnd.

Europa zal ook geld drukken
Met PIIGS-landen die technisch failliet zijn, EU-noodfondsen die worden opgericht, banken die nog steeds ieder moment kunnen omvallen of om staatssteun komen bedelen (onderschat dat probleem niet!), en een valuta oorlog die ieder moment kan oplaaien, hoef je geen profeet te zijn om te concluderen dat de kans zéér groot is dat ook de ECB de komende jaren de drukpers gaat gebruiken en daarmee de waarde van de Euro verder zal ondermijnen.

Onze conclusie
Ik heb nog veel meer informatie voor u, maar dat bewaar ik even voor de komende weken. Wat ik u wel alvast kan zeggen is dat alle informatie die we verzamelen maar tot één conclusie leidt. En die is dat het verstandig is om (een deel van) uw spaargeld te investeren in fysiek goud en zilver. Het is nergens voor nodig om in één keer je hele “hebben en houwen” om te zetten, maar om dat in ieder geval stapsgewijs te doen.

Ik doe dat zelf door fysiek zilver, goud en platinum aan te houden via mijn rekening bij Goldmoney. Hoewel ik verwacht dat ik de komende jaren winst ga maken door mijn geld in goud en zilver te investeren, is mijn eerste doel om mijn koopkracht te beschermen. Dus om te voorkomen dat ik met mijn over vele jaren opgebouwde vermogen over 5-10 jaar veel minder kan kopen dan nu het geval is.

De eenvoudige, cruciale vraag
Een simpele manier om uw verwachting voor de prijs van goud en zilver voor de komende jaren vast te stellen is de volgende:

Hebt u er vertrouwen in dat overheden de enorme problemen waar we in de EU en in de VS voor staan, de komende jaren adequaat zullen oplossen? Dat de burger weer vertrouwen in haar politici zal krijgen?

Ons antwoord daarop is een duidelijk NEE. Hoe minder vertrouwen burgers hebben in hun politici en het huidige systeem van papiergeld, hoe groter de vlucht naar goud en zilver zal zijn.

Ik heb gekozen voor Goldmoney omdat ik zo weet ik dat ik geen tegenpartijrisico loop, terwijl ik het spul tegelijkertijd niet thuis hoef te bewaren én dat ik het over een paar jaar op ieder gewenst moment aan de dan geldende marktprijs kan verkopen. Klikt u hier als u ook een rekening bij Goldmoney te openen.

Het openen van een rekening is trouwens zeer gemakkelijk, maar we hebben voor de zekerheid ook een Nederlandse handleiding geschreven. Klikt u hier als u die wenst aan te vragen.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Buffett had eigenlijk een makkie

Natuurlijk klinkt dit gechargeerd, maar dit ging toch door me heen toen ik deze voor ons splinternieuwe “Super Rendement Rapport” een spotgoedkoop aandeel ontdekte van een ijzersterk bedrijf dat auto onderdelen fabriceert en die in China verkoopt aan bijna alle bekende autofabrikanten. 

Het zit namelijk zo. In een gemiddeld westers land rijden er meer dan 500 auto’s rond per 1000 inwoners. In China slechts 47. Dat is meer dan 10 keer zo klein als bij ons! De Chinese situatie kunnen we vergelijken met hoe het bij ons 50 jaar geleden was. Kunt u zich voorstellen hoe enorm het groeipotentieel is van de Chinese automarkt. En dus van dit bedrijf? In de jaren ’60 zag Buffett het voor zijn neus gebeuren in zijn eigen thuismarkt, hoefde hij alleen maar aandelen van autofabrikanten of toeleveranciers te kopen en rustig te wachten tot ze honderden procenten in koers gestegen waren.

Markt in prille groeifase
Voor iemand met zijn intelligentie was het absoluut een makkie om de juiste conclusie te trekken. Nu gebeurt het op een buitenlandse markt, maar eigenlijk is het nu bijna net zo gemakkelijk. Als je ziet dat een markt nog in het begin van een groeifase zit, dan weet je dat je een ongekende opportuniteit voor je neus hebt liggen. Het aandeel dat wij hebben geselecteerd is van een bedrijf dat zich alleen richt op kleinere personenauto’s. Precies het deel van de automarkt waar de allermeeste groei in zit.

600 miljoen nieuwe auto’s
Wij gaan dit aandeel aankopen en vooral rustig wachten tot het honderden procenten in koers is gestegen. Precies net zoals Buffett dat deed. Een simpele berekening leert dat als net zoveel Chinezen een auto gaan hebben als westerse burgers, er nog ruim 600 miljoen nieuwe auto’s gaan worden verkocht. Er gaan de komende jaren dus ongelofelijk veel auto’s worden verkocht in China. Als je dat wéét, en je ontdekt een aandeel van een ijzersterk bedrijf dat daar fors van gaat profiteren, dan mag je als belegger niet aarzelen. Dan moet je handelen.

Straks terugkijken met trots of met spijt?
U kunt nu de keuze maken. Wilt u zoals zoveel mensen die 50 jaar geleden in Europa en de VS hun kans niet grepen achteraf spijt hebben, of wilt u er straks trots op zijn dat u deze unieke kans met beide handen hebt gegrepen? Wij kiezen voor het laatste. U ook?
Klikt u hier om het nieuwe “Super Rendement Rapport” te bestellen
.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Wat als de beurs met 90% daalt?

In het maandelijkse Gloom, Boom & Doom rapport van Marc Faber las ik vorige week een zeer interessante analyse hierover. Dit omdat Robert Prechter (die van de Elliot Wave) heeft voorspeld dat de beurs inderdaad met 90% zal dalen. Prechter stelt dat in 1983 een bull-markt is gestart toen de Dow Jones rond de 1000 noteerde, en dat de geschiedenis heeft uitgewezen dat een beurs na het eindigen van een hype weer terug daalt naar beneden het niveau waar de hype is gestart.

Daarnaast is Prechter van mening dat er deflatie aan het ontstaan omdat 80% van de wereldwijde schulden door crisis niet zullen worden afbetaald, er dus een enorme krimp van het aantal uitstaande schulden komt, en dat consumenten geen geld meer zullen hebben om te spenderen. En dat je dan maar beter dollars of euro’s in cash kunt aanhouden.

Historisch gezien niet zo onwaarschijnlijk als het lijkt
De meeste mensen zullen hun schouders ophalen bij zo een voorspelling omdat het zo onwaarschijnlijk lijkt. Toch geldt dat het in de geschiedenis al vaak genoeg is voorgekomen dat een beurs met meer dan 90% daalde. Zo ontzettend onwaarschijnlijk is die gedachte dus niet.

Waarom wij het aboluut oneens zijn met Prechter
Faber gelooft niet dat de beurs zo fors zal dalen, zelfs dat de beurs boven de bodem van maart 2009 zal blijven. En wij zijn het daarmee eens. Een beursdaling van 20% zal al tot zoveel paniek in de directiekamers van centrale banken leiden, dat niet alleen de Federal Reserve, maar ook andere centrale banken de geldpersen 24 uur per dag zullen laten draaien. En als er veel nieuw geld in het systeem wordt gepompt, is de kans groot dat (een deel van) dit geld naar de beurs vloeit. Tegelijk neemt de hoeveelheid geld toe, waardoor het juist minder waard wordt.

Daarnaast geldt dat zich geen deflatie aan het ontwikkelen is, maar juist inflatie. Analisten die deflatie voorspellen, lijken te denken dat de economische wereld nog steeds bestaat uit de VS, Europa en Japan. Ze vergeten dat er in Azie het nodige aan de gang is, dat grondstofprijzen daardoor fors aan het stijgen zijn, en dat daardoor bij ons de prijzen zullen stijgen (zie mijn artikel van vorige week hierover).

Stel dat Prechter wel gelijk zou krijgen?
Als geld dan nog iets waard zou zijn, dan kan je het maar beter onder een matras of in een ouwe sok hebben zitten. Want als de beurs daadwerkelijk met 90% zou dalen, dan gaan regeringen, banken en pensioenfondsen gegarandeerd failliet. Dat zou betekenen dat geld op bank- en spaarrekeningen waardeloos wordt, dat geld belegd in staatsobligaties waardeloos wordt, en dat opgebouwde pensioenen als sneeuw voor de zon verdwijnen.
In dat scenario ben je als brave burger dus gewoon je geld kwijt.

Bij 90% beursdaling toch liever aandelen
In een scenario waarin de beurs daadwerkelijk met 90% daalt, kan je dus maar beter in aandelen van goed presterende bedrijven, valuta van financieel sterke landen, of in edelmetalen of grondstoffen zitten. Als je in aandelen van financieel sterke bedrijven belegt, dan ga je dus ongeveer 90% verlies lijden. Dat is in ieder geval een stuk beter dan 100% verlies én de kans is groot dat de koers van deze aandelen daarna weer de stijgende lijn vindt.

Hoe zou dat voor ons uitpakken?
Allereerst geldt dat als de beurs al zodanig fors zou dalen, dit niet even in een maand tijd gebeurt, maar dat dit misschien wel jaren in beslag neemt. Compleet met tussentijdse oplevingen.

Met TopAandelen zouden we uiteraard veel verlies goed maken door de signalen uit het “Super Optie Rapport” op te volgen. Maar echt gezellig zal het met een buy-en-hold strategie uiteraard niet worden. Met WoensdagTrader-Trend zouden we een superhoog rendement behalen. Alleen lijkt het vrijwel zeker dat de politici op een bepaald moment een verbod op short-selling zouden instellen. In dat geval zouden we gedwongen zijn om over te schakelen op WoensdagTrader-Easy. Maar ook daar geen nood, want die strategie bewees zelfs in 2008 dat ook in een dalende beurs een goed rendement te halen is.

Onze conclusie
Wij verwachten absoluut niet dat Prechter gelijk krijgt met zijn voorspelling, en we vertellen u hierboven ook waarom. Centrale banken zullen geld drukken tot ze erbij neervallen en op dit moment is zich al inflatie aan het ontwikkelen. Prechter gaat er vanuit dat de westerse burger geen geld meer zal hebben, maar vergeet dat zich in Azie een middenklasse van 2 miljard burgers aan het ontwikkelen is die nu al een gezamenlijke koopkracht hebben van $6.900 miljard, en die volgens McKinsey zal groeien tot $20.000 miljard. Zelfs al krijgt McKinsey maar voor de helft gelijk, dan is het al onmogelijk dat Prechter’s voorspelling uitkomt.

Tegelijk geldt dat het leuk en verstandig is om je voor te stellen hoe de wereld eruit zou zien als hij wél gelijk zou krijgen. En wat het helemaal leuk maakt is dat onze conclusie daarover bijna hetzelfde is als wat we in ons gratis rapport “Wees voorbereid en heb een plan” schrijven.

Hebt u dit rapport nog niet gelezen?
Klikt u dan hier om dat alsnog te doen.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Waarin wij de komende jaren beleggen – en waarin juist niet…

Stelt u zich eens voor dat u de afgelopen 10 jaar iedere maand maar liefst 33% van uw geld opzij had gezet. Hoeveel geld zou u dan bij elkaar hebben gespaard? Stelt u zich nu eens voor dat iedereen dat zou hebben gedaan. Hoe rijk zouden we dan met zijn allen bij elkaar zijn geweest?

Wie spaart hoeveel?
Dat is de situatie in China. De gemiddelde Chinees vindt het normaal om een derde deel van zijn geld op te sparen. In Europa doen we het trouwens ook niet slecht met 15%, maar de gemiddelde Amerikaan en de gemiddelde Brit gaven in de jaren voor de kredietcrisis meer geld uit dan er binnenkwam. Ze leefden dus, net als hun regeringen, op de pof. Door de crisis zijn de Amerikaanse burgers wat voorzichtiger geworden, maar ze sparen ook nu nog slechts 3,6% van hun inkomen.

Waar zijn de overheidsfinanciën op orde?
In het algemeen kan je stellen dat je het beste je geld belegt in een land waar de overheidsfinanciën op orde zijn én waar de burger geld op de bank heeft. De Amerikaanse overheid is virtueel failliet. De EU-landen staan er slecht voor, maar kunnen de zaak nog recht trekken door de komende jaren hard te bezuinigen. De Chinese overheid heeft geen staatsschuld, maar juist geld op de bank.

Waar zou je vandaag het liefst een bedrijf beginnen?
Dat antwoord lijkt me logisch. Daar waar overheden en burgers geld hebben. Nu dus absoluut in China, of anders een bedrijf dat direct of indirect profiteert van het feit dat zowel de Chinese overheid als de Chinese burger geld op de bank heeft. Als je in Nederland een bedrijf zou starten dat exporteert naar China, zit je ook goed. Als je in Nederland een bedrijf zou starten in grondstoffen, dan zou je indirect profiteren van het feit dat de Chinese vraag naar grondstoffen de komende 20 jaar zal blijven stijgen. Zelfs al zou je niet direct aan Chinese klanten verkopen, zou je profiteren.

Denken als een ondernemer
Als belegger hoef je alleen maar te denken als ondernemer. Je moet dáár beleggen waarin je als ondernemer de beste kansen ziet. China zit vol met kansen, maar daarbij ook die gehele Aziatische regio die véél groter is dan de EU en de VS tezamen. Natuurlijk zullen we ook in China economische zeepbellen en daaropvolgende dips zien, net als dat in de EU en de VS het geval was in de vorige eeuw. Niets gaat in een rechte lijn omhoog en dips zorgen ervoor dat een economisch systeem wordt verlost van excessen, zodat het daarna weer vanaf een gezonde basis verder kan groeien.

Wat wij vermijden
Aandelen van bedrijven die het direct of indirect moeten hebben van een Amerikaanse en/of Europese consument die geld wil/kan uitgeven. De Europese consument gaat de komende jaren lijden onder bezuinigen en belastingverhogingen. Zodra de overheidsfinanciën in de EU over een paar jaar weer beter op orde zijn, wordt de situatie beter. Voor de Amerikaanse consument is er wat ons betreft weinig tot geen hoop.

Waarin wij beleggen
Met
TopAandelen beleggen we vooral in aandelen van bedrijven die direct of indirect profiteren van de Chinese/Aziatische consument. Hieronder vallen ook aandelen van bedrijven die profiteren van de enorme Chinese urbanisatie (verstedelijking) die aan de gang is, en van de enorme investeringen in infrastructuur die nodig zijn om structurele economische groei voor de lange termijn te waarborgen.

Waarom we dat doen?
Niet alleen omdat we hierdoor hogere koerswinsten denken te behalen, maar vooral ook omdat wij ervan overtuigd zijn dat we op die manier minder risico lopen met ons geld.
Als je een onderneming begint, loop je het minste risico om failliet te gaan als je je richt op een markt waar mensen geld hebben dat ze kunnen uitgeven. En heb je de meeste kans op succes. Voor een belegger geldt exact hetzelfde.

Beleg daar waar het risico het laagste is, en…
Ook in ons splinternieuwe “Super Rendement Rapport” vindt u aandelen die volgens bovenstaande principes geselecteerd zijn. Ga snel naar
www.topaandelen.com om de komende jaren daar te beleggen waar het risico het laagste is en de kans op hoog rendement het grootst.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Australische rente naar 4%

(door Tom Lassing)
In Australië is de rente naar 4% gebracht. Niet vanwege de crisis, maar juist vanwege het feit dat het land serieus in een volgende economische fase is gekomen. Huizenprijzen stijgen, bedrijfswinsten stijgen etc. Anders gezegd, het gaat gewoon goed in Australië, mede omdat het land de Amerikaanse kredietrommel grotendeels gemist heeft. Verder hebben ze het geluk dat China nog altijd fors aan het inslaan is voor wat betreft grondstoffen.

Vloeken in de kerk
Australië is één van de weinige Westerse landen die niet gebukt hoeft te gaan onder enorme schulden. Ze hebben wel schulden, want zo werkt dat in Westerse landen, maar het land is in staat om de schulden vooralsnog op slechts 19% van het BNP te houden, terwijl dit in de EU boven de 80% ligt. Het beste zou zijn, de schulden ook echt aflossen, maar dat is in alle Westerse landen als vloeken in de kerk.

Broekriem blijft in goede én slechte tijden ruim
De schuld helemaal aflossen zou immers betekenen dat Australiërs de broekriem aan moeten halen, en dat terwijl het juist goed gaat! Dan willen mensen het niet, en zoals we in Europa zien, ze willen het ook niet in tijden van crisis. Het Westerse economische model is daarom uiteindelijk wel gedoemd te mislukken. Tot die tijd hobbelen we voort en blijven tekorten en schulden oplopen, ook in landen waar het weer goed gaat.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Een flagrant gebrek aan kwaliteit

In Nederland hebben de heren politici de afgelopen weken weer feilloos aangetoond wat een ongekend gebrek aan kwaliteit er in Den Haag rondloopt, met als gevolg dat de Nederlandse regering inmiddels gevallen is. En dát over iets wat twee jaar geleden duidelijk is afgesproken, en waar op dit moment dus geen enkele discussie over zou mogen zijn. Alleen politici krijgen het voor elkaar om redenen te bedenken waarom eerder gemaakte afspraken nu toch niet hoeven te worden nagekomen (hiermee wil ik overigens geen partij kiezen, want ze hebben wat mij betreft allemaal evenveel schuld aan deze situatie). En dus om iets wat in de kern zeer eenvoudig is, toch weer ingewikkeld te maken.

Dit allemaal terwijl er een economische en vooral een budgettaire crisis (die andere puinhoop die ze hebben gecreëerd, zie dit artikel) heerst. Ondernemers schreeuwen dan ook om het hardst dat het land stabiliteit nodig heeft, maar de heren politici kunnen ze niet verstaan. Ze hebben het te druk met ruzie maken.

Citaat van 240 jaar oud
Ik moest deze week denken aan een citaat uit 1770 van de Schotse advocaat en schrijver Alexander Fraser Tytler, dat ik toevallig vorige week in een publicatie las. Dat citaat luidt als volgt:

“Een democratie is per definitie tijdelijk van aard. Het kan simpelweg niet bestaan als een permanente regeringsvorm. Een democratie blijft bestaan totdat de kiezers ontdekken dat ze voor genereuze giften uit de schatkist aan hen zelf kunnen stemmen. Vanaf dat moment kiest de meerderheid van de kiezers voor de kandidaten die ze het meeste geld uit de schatkist belooft, met als resultaat dat iedere democratie uiteindelijk in elkaar klapt als gevolg van een gebrek aan fiscale discipline.”

In dit citaat wordt geschreven over fiscale discipline, maar dat kan je ook vertalen naar discipline in het algemeen. Het gebrek aan discipline heeft als oorzaak dat er een gebrek aan kwaliteit is bij politici. Iets wat je die mensen zelf trouwens niet kwalijk nemen. Dat gebrek aan kwaliteit sluipt dus langzaam het systeem binnen als het te lang goed gaat en langzamerhand steeds meer mensen volgens hun eigen portemonnee gaan stemmen.

Het gaat al te lang goed
In Europa gaat het al goed sinds 1945 en dat is een historisch record. De vraag die bij mij bovenkomt is dan ook: “wanneer komt het eerstvolgende moment dat het weer eens écht mis gaat?”. Niemand die dat precies weet. Historisch gezien moet het echter een keer misgaan, want de menselijke aard verandert door de eeuwen heen geen millimeter. Tot dat moment zal de kwaliteit van politici, en dus de kwaliteit van het bestuur van westerse democratieën er alleen maar slechter op worden.

Dit uiteraard omdat écht goede mensen vooral inhoudelijk willen werken, buiten Den Haag véél meer geld kunnen verdienen, véél meer bevrediging uit hun werk kunnen halen en al helemaal geen zin hebben om zich te storten in dagelijks politiek gekonkel dat nergens over gaat.

Een voor ons beleggers belangrijke constatering
Geen gezellige constatering, maar wel een constatering die voor ons beleggers belangrijk is. Want de volgende redenering geeft ons een simpel stuk houvast en richting.

Hoe langer het in een land goed gaat, hoe slechter de kwaliteit van bestuurders.
Hoe korter het in een land goed gaat, hoe beter de kwaliteit van bestuurders.

Om u een voorbeeld te geven: In China gaat het nog maar een jaar of dertig goed en zit de pijn, ellende en armoede van de jaren ’70 nog veel verser in het nationale geheugen dan dat dit bij ons het geval is met de Tweede Wereldoorlog. De “drive” is daar veel groter. In China zal uiteraard hetzelfde gebeuren als bij ons in het westen. Over een jaar of 30 zal het daar te lang goed zijn gegaan en zullen ook de Chinezen steeds meer te lijden krijgen van slecht bestuur. Maar dat geeft ons beleggers nog wél een jaar of 25 om volop van de groeiende Aziatische economische dominantie te profiteren…

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Politici roeren zich..

…en dat leidt op termijn altijd tot problemen. Vorige week schreef ik al in deze nieuwsbrief dat de Verenigde Staten, China en Europa elkaar importheffingen opleggen over schroeven, moeren en staal. Dat doen landen altijd als ze vinden dat ze benadeeld worden omdat hun valuta te sterk is ten opzichte van een andere. Politici vinden zichzelf dan de beschermer van een of andere nationale industrie en leggen dit soort heffingen op.

Oplopende spanningen
We zien steeds meer tekenen van oplopende spanningen op dit front. De Franse president Sarkozy vindt dat de valutamarkten uit balans zijn en vindt dat de Chinese Yuan en de Amerikaanse dollar veel te laag staan. Daaronder lijdt de Europese export, waarvan (uiteraard) vooral de Franse export gevoelig is voor valutaschommelingen. Ook de nieuwe Japanse minister van Financiën vindt dat zijn eigen Japanse Yen veel te duur is en verklaarde op zijn eerste persconferentie dat hij zal streven naar een lagere wisselkoers van de Japanse Yen. Hij moest zijn woorden nadien onder zware politieke druk afzwakken, maar dat zegt uiteraard niets over zijn daadwerkelijke mening.

Wie de laagste wisselkoers…
Alle politici willen dat hun eigen munt zo laag mogelijk gewaardeerd zien en zijn bang dat ze benadeeld worden zodra die duurder is ten opzichte van andere valuta. Dit gaat onvermijdelijk lijden tot protectionisme en hogere prijzen. De prijs van ijzererts steeg de afgelopen weken bijvoorbeeld al met 30% nadat India er een exportheffing op had gelegd.

Waar is de tijd gebleven?
Zoals zo vaak doen politici exact het omgekeerde van wat voor een gezonde economie op de langere termijn nodig is. Ze proberen wisselkoersen te beïnvloeden terwijl dat iets is wat op termijn altijd als een boomerang weer keihard midden in je gezicht terug ketst. Waar is de tijd gebleven van de Nederlandse en Duitse economie bekend stonden om hun harde valuta en ondanks (of juist dankzij) dat tegelijk om hun enorme concurrentiekracht?

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Too big to fail – Too small to rescue

Iedereen kent inmiddels de uitdrukking “too big to fail”. Het is de favoriete uitspraak van politici en centrale bankiers om met belastinggeld banken en andere grote bedrijven overeind te houden. Niemand die zich vervolgens afvraagt waarom bedrijven te groot zijn om failliet te kunnen gaan. En of de gevolgen daarvan op de lange termijn wel zo desastreus zijn als men wil doen geloven.

Wespennest
Deze logica heeft ervoor gezorgd dat de Amerikaanse regering nu mede-eigenaar is van Fannie Mae, Freddie Mac, Citigroup, AIG, de halve Amerikaanse auto industrie, en nog een paar van die namen. Ook in Europa doet men trouwens aardig mee en dat is een zeer ongezonde ontwikkeling. Vooral voor wat betreft de banken zitten de regeringen (en dus de belastingbetalers) in een wespennest, want de situatie is nog steeds zo dat zelfs de directies van de banken niet weet hoeveel rommel er nog in de boeken zit.

Alleen door het veranderen van de boekhoudregels, hoeven banken hun bezittingen niet meer tegen marktwaarde te boeken, zodat ze de rommel nog even onder de pet kunnen houden. Vandaar ook de “prachtige kwartaalwinsten” die we deze week zagen bij verschillende Amerikaanse banken.

Too small to rescue
Afgelopen week werd bekend dat een andere verzekeraar, de Amerikaanse CIT Group, geen verdere financiële ondersteuning van de overheid krijgt. Hoewel het bedrijf een balanstotaal heeft van $75 miljard, wordt het niet beschouwd als “too big to fail”. Bij de CIT group geldt dat het “too little to rescue” is. Dit bedrijf moet in het eerste kwartaal van 2010 een bedrag van $7,4 miljard afbetalen en kan dat zelf niet ophoesten.

CIT is een bedrijf dat vooral kredieten verleent aan het Amerikaanse midden- en kleinbedrijf, dat veel te lijden zal hebben van een faillisement. De abnormale bedrag die de regering heeft gespendeerd om de grote jongens overeind te houden, in combinatie met de weigering om een in vergelijking laag bedrag te besteden aan CIT verstekt alleen maar de perceptie dat je er als bank een puinhoop van mag maken, zolang je maar groot genoeg bent.

Als je niet groot genoeg bent, moet je het óók bij Obama zelf uitzoeken. Ook al zijn het juist die grote banken die de ellende hebben veroorzaakt. Obama wordt er bij de écht zelfstandige ondernemers niet echt populairder op (die klaplopers bij de grote bedrijven zijn gewone werknemers). Obama’s regering werkt nu aan een verplichte ziektekostenverzekering die de kosten van juist deze ondernemers omhoog zullen jagen, terwijl het tegelijk nóg moeilijker wordt om krediet te verkrijgen.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Het optimisme móet worden doorgezet!

In onze wekelijkse nieuwsbrief berichtte ik over de lage inflatie in Duitsland en in België. Cijfers die representatief zijn voor geheel Europa en die we ook in de VS zien. Er is een probleem met die cijfers. Een groot probleem.

Lage inflatie over een paar maanden al voorbij
De lage inflatie wordt namelijk geheel verzoorzaakt door het feit dat olie, gas en andere grondstoffen nu fors goedkoper zijn dan een jaar geleden. Dat is echter slechts tijdelijk. Als de olieprijs rond de $70 blijft, dan zal olie over een maand of vijf weer fors duurder zijn dan een jaar geleden.

Als we olie en gas niet meetellen, dan hebben we “gewoon” een kerninflatie van rond de 2%. Precies zoals centrale bankiers het graag willen. In normale economische tijden. Het simpele feit dat kerninflatie in een zodanig forse recessie nog steeds rond de 2% ligt, doet het ergste vrezen voor zodra er straks economisch herstel komt en de vraag stijgt.

Oplopende rente temperde beursoptimisme
Het was precies dat wat de Amerikaanse obligatiemarkt al zag aankomen, en daardoor liep de rente op de 10-jarige obligaties (waarop ook hypotheekrente wordt gebaseerd) de afgelopen maand fors op. Daar kwam nog eens bij dat de Fed had aangegeven niet langer obligatieleningen te willen opkopen. Het optimisme op de beurzen werd daardoor getemperd en het leek alsof een nieuwe dalende trend ging worden ingezet.

Dát kunnen Obama en co. nu even niet gebruiken
En juist dat kunnen Obama en zijn makkers nu even niet gebruiken. Het optimisme moet worden doorgezet. Frappant was het dan ook dat juist afgelopen woensdag (midden in een tot dan toe slechte beursweek) het bericht kwam dat er bij de Federal Reserve toch stemmen opgingen om obligaties op te kopen. Want dan kan de hypotheekrente laag blijven en wordt de economie gestimuleerd.

Prachtig idee!
Behalve dat er wéér meer geld wordt gecreëerd en dat het moment steeds dichterbij gaat komen dat ook geld bijdrukken niet meer helpt. Het zou in ieder geval zo maar kunnen dat de beurs een nieuwe forse stijging inzet. Gewoon omdat de Federal Reserve alle middelen inzet om de rente op de kapitaalmarkt laag te houden.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media: