Sterke, intelligente vrouwen

In mijn vorige leven bij Citigroup kwam ik vaak carrièrevrouwen tegen. Je kon ze zo’n beetje onderverdelen in twee categorieën.

Er waren carrièrevrouwen die zich bewust mannelijk gedroegen om te laten zien dat ze hun mannetje stonden. Die nooit relaxed waren. Waarmee je nooit een doodgewoon leuk gesprek kon hebben of een geintje kon maken. Zéér irritante types!

En er waren vrouwen die gewoon zichzelf waren. Die intelligent waren, tegen een stootje konden, maar ook keihard waren als de situatie daarom vroeg. Sterke, intelligente, en vaak heel leuke vrouwen.

Hieronder laat ik u twee filmpjes zien van carrièrevrouwen die volgens mij tot de laatste categorie behoren.

1. Stephanie Pomboy
Zij maakte enorme indruk op mij toen ik krap twee maanden geleden onderstaande presentatie zag. In de presentatie probeert ze een antwoord te geven over de vraag waarom Bernanke eigenlijk besloot om op te stappen als Fed-president.

Zij leidt ons door een aantal simpele, prachtige grafieken die duidelijk maken welk effect de Fed had verwácht van het geld printen van de afgelopen jaren, welk effect het daadwerkelijk hád, en hoe de Fed zichzelf in een onmogelijke situatie heeft gemanouvreerd.

En aan het eind vertelt ze ons ook wat háár verklaring is voor waarom de goudprijs vorig jaar begon te dalen, precies op het moment dat de Fed met QE3 startte.

Een echte aanrader!

 

2. Elizabeth Warren
Zij maakte een paar jaar geleden enorme indruk op mij toen zij (note bene zelf het prototype van een carrièrevrouw) enkele jaren geleden in een anderhalf uur durende presentatie liet zien waarom het feit dat vrouwen vanaf de jaren ’70 massaal aan het werk gingen, ons economisch gezien niets heeft gebracht.

(heeft uiteraard niets met vrouwenrechten of emancipatie te maken. Ze liet zien dat de kosten voor een gezin met twee werkende ouders zo fenomenaal zijn gestegen, dat een gemiddeld Amerikaans gezin nu veel meer financieel risico loopt dan vroeger het geval was)

Elizabeth Warren is inmiddels verkozen tot senator. En als u haar naam nu voor het eerst hoort, dan is er een kans dat u in de toekomst nog veel vaker van haar zult horen.

In het fragment hieronder ondervraagt ze Fed-voorzitter Janet Yellen over het naleven van een wet die moet voorkomen dat banken te groot en te complex worden.

Warren geeft ons simpele cijfers, waaruit blijkt dat de Fed haar controletaken niet uitoefent (zoals we van centrale banken gewend zijn), en ze maakt en passant gehakt van Janet Yellen.

Let vooral ook op het gewauwel van Yellen. Als zo iemand het financiële systeem door de crisis moet loodsen…

Helaas is dit filmpje niet meer beschikbaar.

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Too big to fail – Too small to rescue

Iedereen kent inmiddels de uitdrukking “too big to fail”. Het is de favoriete uitspraak van politici en centrale bankiers om met belastinggeld banken en andere grote bedrijven overeind te houden. Niemand die zich vervolgens afvraagt waarom bedrijven te groot zijn om failliet te kunnen gaan. En of de gevolgen daarvan op de lange termijn wel zo desastreus zijn als men wil doen geloven.

Wespennest
Deze logica heeft ervoor gezorgd dat de Amerikaanse regering nu mede-eigenaar is van Fannie Mae, Freddie Mac, Citigroup, AIG, de halve Amerikaanse auto industrie, en nog een paar van die namen. Ook in Europa doet men trouwens aardig mee en dat is een zeer ongezonde ontwikkeling. Vooral voor wat betreft de banken zitten de regeringen (en dus de belastingbetalers) in een wespennest, want de situatie is nog steeds zo dat zelfs de directies van de banken niet weet hoeveel rommel er nog in de boeken zit.

Alleen door het veranderen van de boekhoudregels, hoeven banken hun bezittingen niet meer tegen marktwaarde te boeken, zodat ze de rommel nog even onder de pet kunnen houden. Vandaar ook de “prachtige kwartaalwinsten” die we deze week zagen bij verschillende Amerikaanse banken.

Too small to rescue
Afgelopen week werd bekend dat een andere verzekeraar, de Amerikaanse CIT Group, geen verdere financiële ondersteuning van de overheid krijgt. Hoewel het bedrijf een balanstotaal heeft van $75 miljard, wordt het niet beschouwd als “too big to fail”. Bij de CIT group geldt dat het “too little to rescue” is. Dit bedrijf moet in het eerste kwartaal van 2010 een bedrag van $7,4 miljard afbetalen en kan dat zelf niet ophoesten.

CIT is een bedrijf dat vooral kredieten verleent aan het Amerikaanse midden- en kleinbedrijf, dat veel te lijden zal hebben van een faillisement. De abnormale bedrag die de regering heeft gespendeerd om de grote jongens overeind te houden, in combinatie met de weigering om een in vergelijking laag bedrag te besteden aan CIT verstekt alleen maar de perceptie dat je er als bank een puinhoop van mag maken, zolang je maar groot genoeg bent.

Als je niet groot genoeg bent, moet je het óók bij Obama zelf uitzoeken. Ook al zijn het juist die grote banken die de ellende hebben veroorzaakt. Obama wordt er bij de écht zelfstandige ondernemers niet echt populairder op (die klaplopers bij de grote bedrijven zijn gewone werknemers). Obama’s regering werkt nu aan een verplichte ziektekostenverzekering die de kosten van juist deze ondernemers omhoog zullen jagen, terwijl het tegelijk nóg moeilijker wordt om krediet te verkrijgen.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Too big to fail

Opties CitigroupToen ik in 1998 nog werkzaam was bij Citicorp, de voorloper van het huidige Citigroup, had ik een aantal opties Citigroup gekregen als bonus. De Azië crisis brak uit en in een of andere dealing room in New York of London had iemand namens Citicorp belegd in Russische obligaties die op slag waardeloos werden. Er werd een groot verlies geleden, de aandelenkoers zakte en mijn opties werden ineens (achteraf tijdelijk) waardeloos.

Ik herinner me nog hoe boos wij waren. Overal in de wereld werkten we hard aan het succes van Citicorp en het waren juist van die ‘snelle jongens’ in een compleet andere divisie die het met hun arrogante beleggingsgedrag even voor ons allemaal verknalden.

Uiteraard begrepen we ook heel goed dat er nog ergens iets niet klopte, want hoe was het mogelijk dat die gasten zomaar dit soort risicovolle dingen konden doen? Waar we nog bozer over waren: wij hadden over zaken van 1000 euro ruzie met die zeurkousen van interne controle én we hadden ieder jaar controleurs van de nationale bank over de vloer, van de Fed, van de belastingdienst etc.

Hoe kon het dat wij constant met dit soort volk te maken hadden en dat tegelijkertijd mensen in een dealing room in London voor miljarden aan risico’s konden nemen?

Nu weet ik het antwoord. Mensen die anderen controleren, controleren graag dat wat ze zelf begrijpen.

100 bankdivisies

Wij scheren al die bankmensen over één kam. Zo’n enorme bank heeft echter gemakkelijk 100 divisies, waarvan er 99 normaal tot kerngezond zijn. De schade wordt in één divisie veroorzaakt. Hoe zouden de mensen in die 99 andere divisies zich voelen? Ze zijn boos op hun collega’s die dit hebben verzoorzaakt, boos op hun directie, maar worden tegelijkertijd door het publiek ofwel met de nek, ofwel meewarig aangekeken.

Geldproblemen? Spullen verkopen!

Een gegeven is dat er meer dan genoeg geld in de wereld is. En dus zijn er genoeg investeerders die graag gezonde bankdivisies willen kopen. Als wij particulieren in geldnood komen, worden we gedwongen om onze waardevolle spullen te verkopen. Bedrijven als ING en AIG (en al die anderen) hoefden dit niet, want zij waren “too big to fail”.

Bedrijven die er een puinhoop van maken, worden normaal gezien door de situatie waarin ze terecht komen, gedwongen om hun winstgevende divisies te verkopen. Met de opbrengst daarvan kunnen ze hun schade betalen. Dat er in zo’n geval van AIG of ING of Citi weinig overblijft, is daarvan een logisch gevolg. Beleggers zouden niets overhouden, maar dat risico hoort bij beleggen. De klanten zouden gewoon een andere naam op hun bankafschrift zien, de medewerkers zouden grotendeels hun baan behouden en misschien zelfs een leukere baas krijgen en de belastingbetaler zou niet moeten opdraaien voor het belonen van slecht management.

Nog een bijkomend voordeel: wie weet zouden er meerdere kleine financiële instellingen ontstaan. Kleinere, overzichtelijke banken die misschien zelfs een ouderwets goede service zouden verlenen. Gezonde concurrentie.

Volgens de politici zou dat scenario een ramp zijn. Too big to fail…

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media: