Op weg naar de schroothoop

Vorige week scheef ik in dit artikel over hoe het EU-wanbeleid over de afgelopen tien jaar heeft geleid tot een forse waardedaling van de Euro tegenover de Zwitserse Frank. En hoe wij dat als toeristen merkten tijdens onze fietsvakantie. We ontvingen daarna zelfs een reactie van een lezer die ons ervan beschuldigde dat we een hetze tegen de Euro aan het voeren zijn.

Ik zou niet weten waarom we een hetze zouden moeten voeren tegen een munt. Ik ben zelfs een groot voorstander van de Euro. Zolang de heren politici maar goede afspraken maken. En die afspraken ook nakomen! Dat laatste heeft geen enkel land sinds de invoering van de Euro gedaan. Alleen Luxemburg voldoet nog aan de Maastricht-norm. We gaan hier in de nabije toekomst nog iets dieper op in.

Dat je trouwens geen gezamenlijke munt hoeft te hebben om de waarde van je munt volledig uit te hollen, bewijzen de Britten. Zij zijn hard op weg om ervoor te zorgen dat het Britse Pond straks de schroothoop op kan. Op deze grafiek kunt u zien dat het Britse Pond de afgelopen vijf jaar 25% heeft ingeleverd tegenover de Euro.

En dat gaat alleen maar erger worden, want inflatie in het VK is fors hoger dan in de Eurozone en de Bank of England maakt geen enkele haast om daar iets aan te doen. Als u dus een onderneming heeft met Britse klanten, dan raad ik u aan om dit goed in de gaten te houden. Want als het zo doorgaat, zullen de Britten steeds minder uit de EU importeren en zullen Britse toeristen steeds vaker wegblijven uit Europa.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Dalende trend en veilige havens

Na een paar weken van “net wel, net niet” heeft de beurs afgelopen week dan toch kleur bekend. We kunnen de middellange beurstrend van alle Amerikaanse beursindices nu definitief als dalend bestempelen.

Een dalende beurstrend hoeft ook voor de buy-en-hold belegger geen periode te zijn van gefrustreerd toekijken hoe de koersen dalen. Er is wel degelijk voordeel uit zo’n periode te halen. In dit artikel van afgelopen dinsdag gaan we daar dieper op in.

Daarbij is het belangrijk om ook geld te hebben zitten in veilige havens. Goud en zilver zijn daar voorbeelden van (zie dit artikel). Ook noemde ik vorige week de Zwitserse Frank als voorbeeld. Als u wilt zien hoe de waarde van de Euro door wanbeleid wordt uitgehold, kijkt u dan eens naar deze grafiek, die de EUR/CHF koers over de afgelopen vijf jaar weergeeft.

In praktische termen betekent dit dat de Zwitser 25% minder last heeft van stijgende brandstofprijzen, dat hij 25% minder last heeft van stijgende voedselprijzen, dat hij 25% goedkoper uit is als hij in de Eurozone op vakantie gaat etc. Tegelijk hebben de Zwitsers geen enkel probleem om hun goederen in het buitenland aan de man te brengen. Zo sterk waren de Nederlandse Gulden en de Duitse Mark ook toen er nog geen Euro was.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

De haren uit het hoofd

Vorige week maakte Eurostat bekend dat producentenprijzen in de Eurozone afgelopen december maar liefst 5,3% hoger waren dan een jaar eerder. In Nederland en Belgie ging het nóg harder. In Nederland gingen de prijzen voor producenten met maar liefst 7,5% omhoog en in Belgie 7,8%.

Prijzen blijven stijgen en producenten moeten ofwel een lagere winstmarge accepteren, ofwel de hogere prijzen doorberekenen aan de consument. Vorige week maakte Unilever al bekend dat het haar prijzen zal verhogen. Dat betekent dat de inkoopkosten voor de supermarkten omhoog gaan, en daar zijn de marges al zodanig laag dat die geen andere keuze hebben dan ook hun prijzen te verhogen.

In Zwitserland hebben ze trouwens niet zoveel last van al die prijsstijgingen. Daar stegen producentenprijzen met slechts 1,1%. Dat heeft alles te maken met het feit dat de Zwitserse Frank in 2010 met maar liefst 19% steeg ten opzichte van de Euro en met 11% ten opzichte van de dollar. Een sterke economie leidt tot een sterke munt. En een sterke munt leidt tot een sterke economie. En andersom.

Ik vermoed dat vooral de Duitse politici zich de haren uit het hoofd zullen trekken als ze naar hun Zwitserse buren kijken. Zou Duitsland haar eigen D-mark nog hebben, dan zou de eerste renteverhoging waarschijnlijk al achter de rug zijn, zou de D-mark er een stuk sterker voor staan dan de Euro, en zou de Duitse burger geen last hebben van stijgende prijzen.

In de media zien we politici, bankiers en academici altijd beweren dat de Euro ons alleen maar voordeel heeft gebracht. En dat het een “zeer slecht idee” zou zijn om uit de Euro te stappen. Toch raar dat landen als Zwitserland, Noorwegen en Zweden het zonder dit “enorme voordeel” moeten doen en desondanks beter presteren. Of juist dankzij?

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Trichet’s onmogelijke spagaat

Zoals ik afgelopen vrijdag al verwachtte (zie artikel), kwam Eurostat maandag met het bericht dat de inflatie in de Eurozone is opgelopen naar 2,4%. Toch zal de ECB naar verwachting de rente komende donderdag niet verhogen. Ze kunnen ook bijna niet. Een rentestijging zou een koersstijging van de Euro tot gevolg hebben, wat de situatie voor de PIIGS-landen alleen maar nog zwaarder zou maken.

Wel is de ECB vorige week gestopt met het aankopen van staatsobligaties. Dit omdat Trichet ongeloofwaardig overkomt als hij waarschuwt dat hij de rente mogelijk gaat optrekken, terwijl hij tegelijkertijd staatsobligaties aan het opkopen is. De ECB maakt daarbij dankbaar gebruik van de rust die weer even is weergekeerd op de Europese obligatiemarkt.

Die rust zal echter niet blijven, want enorme schulden en begrotingstekorten verdwijnen niet zomaar als sneeuw voor de zon. De aandacht van de kapitaalmarkt zal straks vanzelf weer op de Europese schuldencrisis worden gevestigd, waarna Trichet in een onmogelijke spagaat terecht komt. Hij moet dan inflatie bestrijden én staatsobligaties opkopen. Ofwel tegelijk inflatie bestrijden en inflatie bevorderen.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Trichet al een stuk minder laconiek

Vorige week maakte het Statistisches Bundesamt bekend dat de Duitse inflatie in januari 1,9% was. In oktober was het nog 1,3% en sindsdien kwam daar iedere maand twee tienden van een procent bij. Omdat de Duitse inflatie lager is dan het Europese gemiddelde, zal de inflatie in de gehele Eurozone waarschijnlijk stijgen naar 2,4%.

Vorige week dinsdag schreef ik dit artikel nog over Trichet’s laconieke reactie van het weekend daarvoor. Afgelopen week in Davos was hij al een stuk minder laconiek, want hij waarschuwde dat de rente mogelijk zal moeten stijgen om inflatie tegen te gaan. Daarbij uiteraard hopend dat de dreiging alleen de Euro zal doen stijgen waardoor inflatie automatisch wat wordt getemd.

In Engeland en de VS wijzen centrale bankiers er graag op dat het slechts voedsel- en energieprijzen zijn die inflatie veroorzaken, en dat “core inflation” nog steeds zeer laag is. Gelukkig hebben we in Europa ook centrale bankiers met nuchter verstand. Het Duitse ECB-directielid Jürgen Stark beschreef het concept van “core inflation” als een inflatiemeting die perfect geschikt is voor centrale bankiers die niet eten en geen auto rijden.

Waar het trouwens écht slecht gaat, is bij de Britten. Een half procent economische krimp in het vierde kwartaal van 2010 en daar bovenop maar liefst 3,7% inflatie. Daar kwam vorige week nog eens bovenop dat het consumentenvertrouwen fors is gedaald en terug is op het niveau van maart 2009 toen de kredietcrisis op haar dieptepunt was.

 

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Ten dode opgeschreven

Als u de afgelopen dagen het nieuws rond de problemen in de eurozone goed hebt gevolgd, dan hebt u misschien zelf al de conclusie getrokken. De Euro is ten dode opgeschreven.

Politici in verschillende landen meenden hun eigen banken te moeten redden die een puinhoop hebben veroorzaakt, die véél te groot is voor de draagkracht van hun staatsfinanciën. Dit terwijl die staatsfinanciën er in vrijwel ieder Euroland toch al niet fantastisch voor stonden. Want politici hebben er een enorme hekel aan om in goede tijden de uitgaven beperkt te houden en zo een buffer voor de toekomst te creëren.

Achter de feiten aan hobbelen…
Gisteren werd het idee gelanceerd om euro-obligaties te gaan uitgeven, zodat toekomstige schuld door de gehele eurozone gezamenlijk wordt gedragen. Het idee werd al door Merkel afgeschoten toen de ministers van financiën nog moesten beginnen met vergaderen. Tegelijk werd besloten dat het EU-noodfonds niet wordt verhoogd. Geen sterk signaal, vooral niet omdat het bijna vast staat dat Spanje er straks een beroep op zal moeten doen. De kans is daarom groot dat de obligatiemarkt en de euro weer onder vuur komen te liggen. En dat de Europese politici voor de zoveelste keer achter de feiten aan zullen hobbelen, en tegelijk hun meningsverschillen in de media zullen uitvechten…

Trichet zal ook in de nabije toekomst geen andere keuze hebben dan Spaanse, Portugese, Ierse, Griekse en misschien zelfs Belgische staatsobligaties op te kopen. En dus geld uit gebakken lucht te creëren, die de fundamentale waarde van de Euro zal doen dalen, en die inflatie zal doen aanwakkeren. Totdat straks het eerste land aankondigt dat ze er genoeg van heeft en zichzelf failliet verklaart of gewoon eruit stapt…

Spaargeld én pensioen in gevaar
Ons spaargeld én ons pensioen is in gevaar. Ons spaargeld omdat de waarde van de euro de komende jaren zal worden uitgehold alvorens uiteen te vallen. Ons pensioen omdat de kans zéér groot is dat pensioenfondsen vroeg of laat forse verliezen zullen moeten nemen op beleggingen in onder meer staatsobligaties.

Wij blijven daarom benadrukken dat het ontzettend belangrijk is om een deel van ons spaargeld in fysiek goud en zilver aan te houden. Hebt u nog geen goudrekening?
Klikt u dan hier om er alsnog een te openen.

Het openen van een rekening is zeer eenvoudig, maar wel in het Engels. Klikt u hier voor een Nederlandse toelichting die u helpt bij het openen van een rekening.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Een bijbaantje

De problemen in de eurozone stapelen zich op. De rente op 10-jarige Spaanse staatsobligaties steeg deze maand al meer dan 100 basispunten naar 5,24% en de op Portugese rente steeg naar 7,23%. Spanje en Portugal zullen beiden een beroep op het EU-noodfonds moeten doen, al is het alleen al om ervoor te zorgen dat de rentelasten ze niet boven het hoofd groeien.

Direct zien we ook weer allerlei uitspraken van politici en centrale bankiers. Bundesbank president Weber suggereert dat het huidige EU-noodfonds van 750 miljard euro te weinig zal zijn. Een logisch punt, want Spanje is te groot. Nederlandse bankpresident Wellink benadrukte dat de Euro zeker zal blijven bestaan. Buiten het feit dat Wellink nog nooit iets goed heeft voorspeld, doet de uitspraak mij direct denken aan een voorzitter van een voetbalclub die benadrukt dat hij nog steeds volop vertrouwen in de trainer heeft.

De Spaanse premier Zapatero heeft een bijbaantje. Hij geeft nu ook beleggingsadvies. Hij waarschuwde beleggers dat ze bij short gaan op Spaanse staatsobligaties ongelijk zullen krijgen en forse verliezen zullen lijden. Punt is alleen dat die beleggers de cijfers beter hebben bestudeerd dan Zapatero én dat beleggers niet bepaald wakker liggen van uitspraken van een politicus. Zapatero zei verder dat Spanje onder geen beding een beroep op het noodfonds zal doen. Van wie hebben we dát eerder gehoord?

De eurozone is een kaartenhuis, maar de Europese leiders denken nog steeds dat ze in een huis van cement wonen. Uiteindelijk zullen de heren politici en centrale bankiers maar één oplossing kunnen bedenken. En dat is de geldpersen aanzetten.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Prijsstijgingen op de grondstoffenmarkt

In dezelfde week dat Eurostat bekend maakt dat de producentenprijzen in de Eurozone met maar liefst 4,2% zijn gestegen, maakt de ECB bekend dat de rente ongewijzigd op 1% zal blijven én dat inflatie ook het komende jaar rond 2% zal zijn. En dat terwijl we de volgende prijsstijgingen in grondstoffen zien: Graan 74%. Mais 14%. Koffie 27%. Suiker 44%. Katoen 66%. Rundvlees 18%. Varkensvlees 60%. Koper 37%. Haver 68%. Diesel 29%. Aardgas 25%. Deze prijsstijgingen zijn in USD gemeten en zijn gemeten over een jaar.

Oh, zult u denken, dan heeft het op ons niet zoveel effect want de Euro is de afgelopen maanden fors gestegen ten opzichte van de Dollar. Klopt, maar wel nadat diezelfde Euro in de eerste helft van het jaar fors is gedaald. De Euro noteert nu zelfs lager dan een jaar geleden. Vorig jaar was de EUR/USD koers op 4 november nog 1,49. Nu 1,42. Als we op basis van Euro’s de grondstofprijzen vergelijken met een jaar geleden, dan zijn de prijzen nog forser gestegen. Dit zijn de prijsstijgingen in de échte wereld. Voor iedereen opzoekbaar. In welke wereld mensen als Trichet en Bernanke leven, is voor mij een groot raadsel.

Het kost de producenten dus gemiddeld 4,2% meer dan een jaar geleden om de producten te maken die straks in ons winkelkarretje terecht komen. Als consument mag je alleen maar hopen dat de producenten besluiten om die hogere kosten niet in de prijs van hun producten door te berekenen. Misschien moeten we zelfs hopen dat ze die prijsstijgingen juist wél doorberekenen, want als de winstmarges krimpen gaan ze kosten besparen, dus mensen ontslaan.

Wat ik hierboven vermeld zijn prijsstijgingen op de grondstoffenmarkt. Het duurt uiteraard een tijdje voordat wij als consumenten daar last van gaan krijgen. Giovanni is de naam van de uiterst vriendelijke boer die hier in Italie het land bewerkt dat aan ons huis grenst. Hij heeft zijn tarwe in het voorjaar geoogst en had het voordien al tegen een vaste prijs verkocht. Die (nog goedkope) tarwe zit nu misschien verwerkt in de pakken pasta die nu in de supermarkt liggen, waardoor die pasta nog niet veel duurder is geworden. Giovanni heeft vorige week opnieuw wintergraan geplant, en hij kijkt nu al uit naar de zéér waarschijnlijk veel hogere prijs die hij straks voor zijn tarwe gaat ontvangen. Het is hem gegund. Maar die hogere prijs gaat de consument uiteraard wel voor onze kiezen krijgen in de supermarkt…

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Waarom de Euro gedoemd is (1)

Ik heb vorige week enkele zeer interessante analyses gelezen, waaronder een uitgebreide uitleg over waarom de Euro bijna gedoemd is om op termijn uit elkaar te spatten. Ik vind dit zodanig belangrijk, dat ik u deze uitleg absoluut wil meegeven. Ik heb het zo duidelijk en leesbaar mogelijk proberen op te schrijven, maar het kan toch zijn dat u misschien af ten toe even moet doorbijten.

Deze week deel 1:

Spanje is de klos, en niet zo’n beetje ook
We beginnen de analyse met een simpele economische waarheid. Die waarheid is dat het Bruto Binnenlands Product (dus de totale economie) van een land is samengesteld uit de volgende drie onderdelen:

  1. Investeringen en uitgaven gedaan door de overheid
  2. Investeringen en uitgaven gedaan door burgers en bedrijven
  3. Het verschil tussen export en import

Als je dus economische groei wilt realiseren, dan moet de overheid meer geld uitgeven, of burgers en bedrijven moeten meer geld uitgeven, of er moet meer worden geëxporteerd, of er moet minder worden geïmporteerd. Meer smaken zijn er niet. Daarbij geldt voor zowel overheid, burgers als bedrijven dat als ze weliswaar meer geld uitgeven, maar dit teveel op krediet doen, dit enkele jaren later als een boemerang in het gezicht terugkomt.

Het gevolg van fors besparen
In Spanje zal het begrotingstekort dit jaar naar verwachting uitkomen rond 9,4% van het BBP. Het Spaanse BBP bedraagt ongeveer 990 miljard euro, zodat de Spaanse overheid dit jaar 93 miljard euro meer uitgeeft dan er binnenkomt. Ofwel, 93 miljard van het BBP is op krediet.

Nu gaat de regering besparen en wil het dat het begrotingstekort in 2011 uitkomt op 7%. Men gaat in 2011 dus slechts 69 miljard euro meer uitgeven dan er binnenkomt. De Spaanse overheid gaat in 2011 dus 24 miljard minder uitgeven dan in 2010.

Conclusie: Als burgers en bedrijven volgend jaar evenveel uitgeven, en als de export en import even hoog blijven, dan zal de Spaanse economie volgend jaar met 2,4% krimpen. En dus terug in een recessie belanden.

Om een recessie te voorkomen moeten burgers en bedrijven volgend jaar plotseling zorgeloos en optimistisch worden, en 24 miljard méér uitgeven dan in 2010. Of moeten Spaanse bedrijven voor 24 miljard meer exporteren en/of minder importeren. En áls dat al zou lukken, dan is er nog steeds sprake van economische stilstand.

Recessie is onvermijdelijk
De kans is echter veel groter dat Spaanse burgers en bedrijven volgend jaar helemaal niet optimistisch zullen zijn en juist minder gaan uitgeven, waardoor het probleem alleen maar groter wordt. Meer exporteren is uiteraard een goed idee, maar dan moeten buitenlanders eerst graag jouw producten willen kopen! Die kans is op de korte termijn zeer klein, want Spanje heeft haar concurrentiepositie sinds de invoering van de Euro enorm laten slabakken, waardoor het veel meer importeert dan exporteert. Om export te laten groeien is jarenlange loonmatiging of zelfs een loondaling nodig. Sociaal onmogelijk, want geen enkele burger zal dat pikken.

We kunnen daarom niet anders dan concluderen dat de Spaanse besparingsplannen op het eerste gezicht contraproductief zijn en alleen maar zullen leiden tot een forse recessie. Die dan weer voor lagere belastinginkomsten zal zorgen, waardoor het alleen maar moeilijker wordt. De overheid kan echter óók niet doorgaan met zoveel geld blijven uitgeven. Want dan explodeert de staatsschuld en wil niemand nog geld lenen aan de Spaanse overheid. En geld kunnen lenen is essentieel om de zaak draaiend te houden.

Het grote verschil tussen vroeger en nu
Voordat de Euro bestond, werd een dergelijke crisis op een simpele manier opgelost. Geld drukken en daarmee de valuta devalueren. Zo werden Spaanse producten goedkoper en kreeg de export een tijdelijke duw in de rug, terwijl geïmporteerde producten duurder, dus minder interessant voor de Spaanse burger werden. Op lange termijn slecht voor de economie, maar voor politici en centrale bankiers een prachtige “quick fix”.

Door de Euro is die “quick fix” nu niet meer mogelijk. Maar liefst 80% van de Spaanse export gaat naar andere Euro-landen. Voor die overige 20% moeten de Spanjaarden hopen op een daling van de Euro, maar dat is voorlopig niet waarschijnlijk. Dit omdat landen in het hoge Europese noorden (vooral Duitsland) veel beter op de centen én op hun concurrentiepositie hebben gepast, waardoor zij wel kunnen rekenen op een bloeiende export sector.

Ik heb hierboven Spanje als voorbeeld genomen, maar we kunnen aan dat rijtje rustig Portugal, Italie en Griekenland toevoegen. Ierland hoort er eigenlijk ook bij, maar heeft meer kansen omdat de Ierse economie meer op export naar landen buiten de Eurozone is gericht.

De enige mogelijke (theoretische) oplossing voor Spanje
Dat is inderaad besparen (er is geen keuze) en loonsverlagingen doorvoeren. Dus bereid zijn om jarenlang door een economische hel te gaan, en om in die periode keihard te werken aan het verbeteren van de concurrentiepositie. Keihard werken dus om ervoor te zorgen dat de buitenlandse vraag naar Spaanse producten fors stijgt. Maar waar vind je ook maar één Europese burger die bereid is om dat soort opofferingen te doen? Spanje (en ook Griekenland, Italië, Portugal) zit in een onmogelijke situatie, zonder uitweg.

Volgende week deel 2:
Waarom wij als gevolg van deze situatie uiteindelijk ook de klos zullen zijn.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Schrikbarende staatsschulden en begrotingstekorten (2)

Deze week ontving ik een mail van een lezer die het volgens mij allemaal niet goed meer kon begrijpen. Hij vroeg ons of we niet eens de situatie van de Eurolanden als geheel wilden vergelijken met die van de Verenigde Staten. Waarschijnlijk omdat hij niet begreep dat de Euro zo aan het dalen was, terwijl hij zich meende te herinneren dat de Verenigde Staten er financieel nog veel slechter voor staan. In het artikel van vorige week (klikt u hier om het nog een keer te lezen) schreef ik namelijk alleen over de begrotingstekorten en staatsschulden van de Eurolanden.

Als ik bij de mail van deze lezer goed tussen de regels door heb gelezen, dan heeft hij in principe helemaal gelijk en is het begrijpelijk dat hij er allemaal geen bal meer van begrijpt. Want waarom zoveel ophef over een klein land binnen de EU en over de Euro, terwijl de Eurozone als geheel er veel beter voor staat dan landen als de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk? Hieronder alvast even de cijfers van de Eurozone als geheel én die van de VS.

Met droge ogen…
In de Verenigde Staten heeft de overheid in 2009 ongeveer 1400 miljard meer uitgegeven dan er binnenkwam, ofwel 10% van het BBP. Hierdoor steeg de Amerikaanse staatsschuld naar $11,9 biljoen, ofwel ruim 83% van het BBP. De 16 Eurolanden samen hadden een begrotingstekort van 6,3% van het BBP en de staatsschuld bedraagt 78,7% van het BBP.

Veel betere cijfers dus dan de Verenigde Staten. Dit terwijl de Amerikaanse staatsschuld in 2010 in rap tempo zal oplopen naar 94% van het BBP. Obama presenteerde twee maanden geleden namelijk met droge ogen een budget voor 2010 waarin de federale overheid $3552 miljard zou gaan uitgeven, terwijl er voor slechts $2381 miljard aan inkomsten worden verwacht. Was de Verenigde Staten een EU-land geweest, dan zouden ze dus keurig in één adem met de huidige PIIGS-landen worden genoemd.

Hoe kan het dan dat de Euro zo onder vuur ligt?
En dat niemand het meer lijkt te hebben over de belabberde financiele situatie van de VS? Dat is voor een deel te wijten aan het feit dat de VS nu eenmaal een groot en machtig land is. De rating agencies vinden het blijkbaar geen probleem om de rating van kleinere landen als Griekenland, Portugal en Spanje te verlagen, maar zullen dat voor de VS waarschijnlijk pas doen op het moment dat niemand nog één Amerikaanse staatsobligatie wenst aan te kopen.

Voor een ander deel is de focus op EU-landen en op de Euro vooral ook te wijten aan de enorme besluiteloosheid bij de Europese regeringsleiders en politici. Zouden ze direct op een ferme manier nee hebben gezegd tegen hulp aan Griekenland, dan zou Griekenland nu waarschijnlijk al op weg uit de Euro zijn en zou de Euro er op termijn alleen maar sterker van zijn geworden. Zouden ze anderzijds direct actie hebben ondernomen voor een pakket steunmaatregelen, dan zou de rust op de valutamarkten al lang zijn weergekeerd.

Aandacht straks vanzelf weer op de VS
We hoeven ons over de Verenigde Staten echter geen illusies te maken. De aandacht van de financiele markten en media zal zich straks vanzelf weer richten op het enorme begrotingstekort, de enorme staatsschuld en vooral op hoe het nu al bijna vast staat dat die staatsschuld de komende tien jaar fors zal blijven oplopen.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media: