Een bijbaantje

De problemen in de eurozone stapelen zich op. De rente op 10-jarige Spaanse staatsobligaties steeg deze maand al meer dan 100 basispunten naar 5,24% en de op Portugese rente steeg naar 7,23%. Spanje en Portugal zullen beiden een beroep op het EU-noodfonds moeten doen, al is het alleen al om ervoor te zorgen dat de rentelasten ze niet boven het hoofd groeien.

Direct zien we ook weer allerlei uitspraken van politici en centrale bankiers. Bundesbank president Weber suggereert dat het huidige EU-noodfonds van 750 miljard euro te weinig zal zijn. Een logisch punt, want Spanje is te groot. Nederlandse bankpresident Wellink benadrukte dat de Euro zeker zal blijven bestaan. Buiten het feit dat Wellink nog nooit iets goed heeft voorspeld, doet de uitspraak mij direct denken aan een voorzitter van een voetbalclub die benadrukt dat hij nog steeds volop vertrouwen in de trainer heeft.

De Spaanse premier Zapatero heeft een bijbaantje. Hij geeft nu ook beleggingsadvies. Hij waarschuwde beleggers dat ze bij short gaan op Spaanse staatsobligaties ongelijk zullen krijgen en forse verliezen zullen lijden. Punt is alleen dat die beleggers de cijfers beter hebben bestudeerd dan Zapatero én dat beleggers niet bepaald wakker liggen van uitspraken van een politicus. Zapatero zei verder dat Spanje onder geen beding een beroep op het noodfonds zal doen. Van wie hebben we dát eerder gehoord?

De eurozone is een kaartenhuis, maar de Europese leiders denken nog steeds dat ze in een huis van cement wonen. Uiteindelijk zullen de heren politici en centrale bankiers maar één oplossing kunnen bedenken. En dat is de geldpersen aanzetten.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Een schitterend excuus

In onder meer Amsterdam staan hele gebouwen vol met mensen die op kosten van de belastingbetaler hun werk moeten doen. Dat werk is om in het belang van de belastingbetaler te controleren of het wel goed gaat met alle in Nederland actieve financiële instellingen, en of financiële producten wel in het belang van de consument zijn.

Heerlijk om er te werken
De DNB is de meest heerlijke instelling om te werken. Nergens verantwoordelijk voor. Naar eigen zeggen ontdékken ze altijd wel dat er iets mis is bij een bank, maar kunnen ze daarover niets zeggen omdat ze anders paniek veroorzaken bij het grote publiek.

Een schitterend excuus, want iemand als DNB president Wellink kan op die manier altijd met zijn “zorgelijke, intelligente” blik in de camera kijken en aan het publiek vertellen dat hij nu eenmaal met dat “helse” dilemma te maken heeft.

Opheffen
Wat Wellink eigenlijk zegt is dat ze die tent net zo goed kunnen opheffen. Als je niet kunt voorkomen dat banken failliet gaan én je waarschuwt de belastingbetaler niet over grote problemen die hem mogelijk treffen, waarvoor hébben we dan al die gebouwen met al die mensen erin? Wellink zegt tussen de regels door dan ook dat ze zijn eigen DNB net zo goed kunnen opheffen. Want als je de belastingbetaler tóch nooit op tijd waarschuwt, waarom zou je dan nog net doen alsof je van alles aan het controleren bent?

De trieste balans
Het is dan ook ongekend triest als je het slagveld over de afgelopen 20 jaar overschouwt. In Nederland zijn in die periode 7 miljoen woekerpolissen verkocht en 800.000 aandelenlease producten. Er zijn daarnaast verschillende instellingen (DSB, Van der Hoop, Afab?) failliet gegaan, terwijl Fortis en de ING door de staat overeind gehouden moeten worden. Heb je in zo’n gebouw vol met ambtenaren toch 20 jaar lang gezellig liggen slapen, iedere werkdag van 9 tot 4 uur…

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media: