Free trade, stable money, low taxes. Vrije handel, een stabiele munt en lage belastingen. Dat is het enige recept voor een structureel gezonde economie.
Een stabiele munt heb je alleen als landen hun munt direct aan goud linken. Door het massaal printen van geld en tegenwoordig zelfs angst onder politici voor een te sterke munt, kunnen we stellen dat de waarde van ons geld nooit eerder in de geschiedenis zo onstabiel is geweest als nu.
Vrije handel betekent dat bedrijven hun producten vrij kunnen importeren en exporteren. Dat is nu bepaald niet het geval. In de VS wordt nu zelfs een wetsvoorstel besproken om extra importheffingen op te leggen op producten uit landen die volgens de Amerikanen een te goedkope munt hebben. China dus.
En van lage belastingen kunnen we al helemaal niet meer spreken. We vernemen zelfs steeds vaker van EU-politici dat ze belastingen gaan verhogen om de staatskas aan te vullen. De paradox is echter dat als je als land meer belastingen wilt binnenhalen, je de belastingtarieven juist moet verlagen. Verhoging heeft als resultaat dat mensen en bedrijven andere oplossingen gaan zoeken. Verlaging heeft het omgekeerde effect, dus dat je zelfs aantrekkelijk wordt voor mensen en bedrijven.
Ik las dit weekend dat de VS in 1921 een hoogste belastingtarief had van 73% (nog als gevolg van WW1). Amerikanen met een inkomen hoger dan $100.000 betaalden 28% van alle belastingen. In de jaren nadien werd het tarief in stappen verlaagd naar 25% in 1926. Diezelfde groep rijke Amerikanen betaalden nu 51% van alle belastingen. De forse belastingverlaging had ervoor gezorgd dat de staat alleen maar meer geld verdiende aan rijke Amerikanen.
Als u wilt bepalen welke kant het met de wereld op gaat, beoordeel dan in welke mate we gaan richting vrije handel, een stabiele munt en lage belastingen. Ons oordeel is dat we precies de verkeerde kant op gaan. En dan vooral met de waarde van ons geld. En daarom dat het zo belangrijk is om jezelf te beschermen door goud en zilver te bezitten.