De afgelopen tijd zie ik regelmatig reclamespotjes op tv langs komen van een verzekeraar die een langlopend spaarplan aanbiedt tegen een vaste, hoge rente.
De betrouwbaarheid spat van de beeldbuis zo de huiskamer in. Een doodnormale oma die wat wil sparen voor haar kleinkind. Een liefdevol naar haar baby kijkende moeder die wil dat ze het later net zo goed heeft als zij.
Vaak zie je bij zo’n reclamespotje dit soort idyllische beelden.
Tien jaar lang maandelijks een bedrag opzij zetten en daarover 2,75% rente ontvangen.
Wat kan dáár nou mis mee zijn?
Altijd als je spaargeld bij een financiële instelling brengt, moet je beseffen dat die instelling als (normaal en gezond) doel heeft om winst te maken.
Als een bank of verzekeraar u 2,75% betaalt, dan moet zij het van u ontvangen geld voor minimaal 4%-4,5% weg kunnen zetten om zodoende na aftrek van administratie- en reclamekosten nog wat winst over te houden.
De regels van risico management bij een financiële instelling
Het oogmerk van een financiële instelling is echter niet alleen winst maken. Het hoort volgens de regels van goed risicomanagement ook te gebeuren op een zo risicoloos mogelijke manier.
Simpel gezegd, als een bank of verzekeraar u een vrijwel risicoloos spaarplan aanbiedt en daar 2,75% vaste rente voor betaalt, dan is zij volgens de regels van goed risicomanagement verplicht het van u ontvangen spaargeld zelf óók vrijwel risicoloos te beleggen.
Daar wringt de schoen
Want ik begrijp met de beste wil van de wereld niet hoe een financiële instelling 4% rendement kan halen op het van spaarders ontvangen geld, zonder daarbij behoorlijk wat risico te nemen.
Vroeger kon een bank of verzekeraar het van depositospaarders ontvangen geld gewoon in Nederlandse of Duitse staatsobligaties steken en daar 5% rente op ontvangen.
Nu brengen dat soort veilige beleggingen zelfs minder dan 1% op. En door de lage rente brengen bedrijfsobligaties van betrouwbare multinationals (zoals Unilever, Shell etc.) nu zelfs minder dan 2% op.
Mijn conclusie
Met een rente van 2,75% maakt een financiële instelling volgens mij een véél te grote belofte naar de klant toe. Waardoor kleine spaarders dénken dat ze voor veiligheid kiezen, terwijl ze feitelijk een behoorlijk groot risico lopen dat het mis gaat.
De andere adder onder het gras
Ondanks de Duitse tegenwerking zal de ECB vroeg of laat overgaan tot massaal geld printen. Met als doel om inflatie richting 3% te krijgen om zodoende de koopkrachtwaarde van de euro te verlagen, en daarmee de druk van de Europese staatsschulden.
Als inflatie alleen al naar 3% stijgt, lijd je met dit soort langlopende spaarrekeningen met vaste rente verlies. En als de markt haar vertrouwen in de euro verliest (zoals nu met Japan gebeurt), dan zal dat verlies alleen maar groter worden.
De algemene regel bij spaarproducten
Als de rente historisch gezien hoog staat, zijn spaarproducten met langlopende, vaste rente een goed idee. Als de rente laag staat, absoluut niet.
Op dit moment zijn spaarproducten met vaste rente en lange looptijd wat mij betreft dus een zéér slecht idee.
Als de beloofde rente te hoog is, loop je onnodig risico
Als u een aanbieding voor een spaarrekening ziet, vergelijk de rente altijd met de rente op een Nederlandse of Duitse staatsobligatie met dezelfde looptijd.
Als een financiële instelling op een 10-jarig spaarplan een fors hogere rente belooft dan de rente op de 10-jarige Nederlandse of Duitse staatsobligatie, dan heb je alle reden om achterdochtig te worden.