Hebt u het nieuwsbericht gisteren gezien? De Japanse economie groeit weer. Met maar liefst 3,5% op jaarbasis. Met dank aan de Japanse centrale bank, die iedere maand voor een slordige $81 miljard aan Japanse Yen uit het niets creëert.
Da’s bijna net zoveel als Bernanke, terwijl de Amerikaanse economie drie keer zo groot is. Koruda degradeert Bernanke hiermee op het vlak van geld printen (zijn specialiteit) tot niets meer dan een goedwillende amateur!
Dit ongeëvenaarde Japanse geld printen heeft ervoor gezorgd dat de Yen het afgelopen half jaar met 20% is gedaald. Ten opzichte van de dollar, de euro én ten opzichte van de Zuid-Koreaanse Won.
Koreaanse bedrijven het grootste slachtoffer
Hierdoor zijn Japanse auto’s, smartphones, tablets, computers en alle andere producten die ze vooral ook in Zuid-Korea produceren, zomaar even 20% goedkoper geworden dan die van hun Zuid-Koreaanse concurrenten. Zonder dat ze daarvoor iets hoefden te doen. Da’s lekker!
Zuid-Korea kijkt tot nu toe knarsetandend toe. Met een economie die voor de helft afhankelijk is van export. Export die vooral concurreert met Japanse bedrijven. In april kondigde de regering een investeringsprogramma aan. En deze maand verlaagde de Zuid-Koreaanse centrale bank de rente.
Klein bier
Maar dat is klein bier vergeleken met de ongekende hoeveelheid Yens die Japan maandelijks op de valutamarkten dumpt. En dus kun je erop wachten dat ook de Zuid-Koreaanse centrale bank straks de grote kanonnen boven gaat halen. Waardoor weer een ander land zich (terecht) benadeeld voelt. En waardoor ook dat land massaal geld gaat printen. En zo verder.
Europese bedrijven exporteerden vorig jaar voor €55 miljard naar Japan. Hun producten zijn in Yen gemeten 20% duurder geworden. Daar wordt een naar Japan exporterend bedrijf niet bepaald vrolijk van. Vooral niet tijdens een zware economische crisis.
Toevallig las ik deze week dat Draghi er open voor staat om weer obligaties op te kopen. Geld te printen dus. Tis oorlog. Valuta-oorlog.