Schrikbarende staatsschulden en begrotingstekorten

Gisteren kwam Eurostat met cijfers die aangeven hoeveel per EU-land in 2009 het begrotingstekort is geweest en hoe hoog de staatsschuld is. De cijfers zijn schrikbarend.

De Grieken spannen uiteraard de kroon met een begrotingstekort van maar liefst 13,6% van het BNP en een staatsschuld van maar liefst 115%. In een vorige nieuwsbrief heb ik al eens geschreven dat het uitdrukken van dit soort cijfers alleen als percentage van het BNP belachelijk is, want op het onwetende publiek komen ze veel milder over dan ze daadwerkelijk zijn.

De Griekse overheid had in 2009 in totaal voor 88 miljard euro aan belastinginkomsten, terwijl er voor maar liefst 120 miljard werd uitgegeven. De Griekse overheid gaf vorig jaar dus 32 miljard ofwel 36% meer uit dan er binnenkwam. Als de Grieken niet drastisch bezuinigen, dan is het steunpakket van 30 miljard euro binnen een jaar opgebruikt en zitten we straks tegen exact hetzelfde probleem aan te kijken. De Griekse staatsschuld bedroeg per 31 december 273 miljard euro, ofwel ruim drie keer zo hoog als wat er in 2009 binnenkwam.

België en Nederland
In 2009 kwam er in België voor 163 miljard euro aan belastinginkomsten bij de overheid binnen, terwijl er in totaal 183 miljard werd uitgegeven. Dat gaf de staatsschuld weer een forse zet omhoog, want die bedraagt per eind vorige jaar maar liefst 327 miljard euro, ofwel 97% van het BBP.

In Nederland kwam er vorig jaar 264 miljard euro de schatkist binnen, terwijl er 294 miljard werd uitgegeven. De staatsschuld liep vorig jaar op tot 347 miljard euro, ofwel 61% van het BBP. Daarmee staat Nederlandse staatskas er een stuk beter voor dan de Belgische, maar ik zou er toch niet vrolijk van worden als mijn financiële huishouding dezelfde verhouding tussen inkomsten, uitgaven en netto vermogen had.

Hetzelfde beeld zien we in veel andere landen. Naast België (97%) bevinden Griekenland (115%) en Italië (116%) zich in de top-3 van de Europese Unie als het gaat om de hoogste staatsschuld. Als we kijken naar begrotingstekorten, dan zijn het Ierland (14,3%), Griekenland (13,6%) en Groot Brittannië (11,5%) die de kroon spannen. Hoe hoger het begrotingstekort, hoe groter de kans dat de staatsschuld de komende jaren snel zal stijgen.

Gebrek aan urgentie
Het gebrek aan leiderschap en urgentie is ongekend. In Nederland spreken politici erover dat de uitgaven over een periode van vier jaar met 15 miljard euro moeten worden teruggedrongen. De Nederlandse overheidsuitgaven zijn gestegen van 246 miljard in 2006 tot 294 miljard in 2009. De politici wisten dus wel hoe in slechts drie jaar tijd een slordige 48 miljard meer uit te geven, maar hebben vervolgens vier jaar nodig om slechts 15 miljard van die stijging terug te draaien. De staatsschuld zal alleen maar verder oplopen en de rentelasten zullen bij een straks stijgende rente als een molensteen om de nek komen te hangen.

Pijn en moeite
Hierboven neem ik Nederland als voorbeeld, maar het gebrek aan urgentie is in ieder EU-land voelbaar. Als je iets wilt bereiken, moet je jezelf een tijdje lang op de pijnbank durven leggen. Of het nu om het behalen van een diploma, het leveren van een sportprestatie, het verliezen van gewicht, het starten en opbouwen van een onderneming of om op orde brengen van je financiële huishouding gaat. Opoffering, pijn en moeite zijn de basisingrediënten. In Europa willen we geen kortstondige pijn, willen we vooral geen opofferingen doen, waardoor de pijn op de lange termijn alleen maar groter zal zijn.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media: