Waar moet al dat geld vandaan komen?

Een EU-noodfonds dat alles en iedereen kan helpen. Landen kunnen onbeperkt aan 3,5% lenen en het mag zelfs banken gaan financieren. Daarnaast mag het noodfonds ook gewoon staatsobligaties opkopen, zoals Bernanke dat in de VS doet. Schitterende oplossing!

Het enige kleine minpuntje is dat een EU-noodfonds dat zoveel bevoegdheden krijgt, vooral ook veel geld moet hebben. En de vraag is uiteraard: waar gaat al dat geld vandaan komen? Antwoord: dat geld komt uiteindelijk gewoon van ons, de belastingbetalers uit de landen die (nog) niet door de kapitaalmarkt als risicoland worden aangemerkt.

Spanje moet nu 5,8% betalen als ze op de kapitaalmarkt geld wil lenen en Italië 5,4%. Dat betekent dat hun steun aan het EU-noodfonds ze nu effectief geld kost, terwijl er ook nog het risico is dat ze hun bijdrage aan het noodfonds nooit terug zullen zien. Hoe lang zal het duren voordat deze landen beginnen te mekkeren dat ze ook 3,5% rente willen betalen?

En hoe groot moet dit fonds dan zijn om aan al die aanvragen voor steun te voldoen? Het zal straks te klein zijn, zolang de geldpersen niet massaal worden aangezet. Ik zie ‘geld printen’ als enige ‘oplossing’ voor dit hele verhaal. Met als gevolg uiteraard een Euro die in rap tempo richting haar werkelijke waarde gaat, namelijk nul.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Een bijbaantje

De problemen in de eurozone stapelen zich op. De rente op 10-jarige Spaanse staatsobligaties steeg deze maand al meer dan 100 basispunten naar 5,24% en de op Portugese rente steeg naar 7,23%. Spanje en Portugal zullen beiden een beroep op het EU-noodfonds moeten doen, al is het alleen al om ervoor te zorgen dat de rentelasten ze niet boven het hoofd groeien.

Direct zien we ook weer allerlei uitspraken van politici en centrale bankiers. Bundesbank president Weber suggereert dat het huidige EU-noodfonds van 750 miljard euro te weinig zal zijn. Een logisch punt, want Spanje is te groot. Nederlandse bankpresident Wellink benadrukte dat de Euro zeker zal blijven bestaan. Buiten het feit dat Wellink nog nooit iets goed heeft voorspeld, doet de uitspraak mij direct denken aan een voorzitter van een voetbalclub die benadrukt dat hij nog steeds volop vertrouwen in de trainer heeft.

De Spaanse premier Zapatero heeft een bijbaantje. Hij geeft nu ook beleggingsadvies. Hij waarschuwde beleggers dat ze bij short gaan op Spaanse staatsobligaties ongelijk zullen krijgen en forse verliezen zullen lijden. Punt is alleen dat die beleggers de cijfers beter hebben bestudeerd dan Zapatero én dat beleggers niet bepaald wakker liggen van uitspraken van een politicus. Zapatero zei verder dat Spanje onder geen beding een beroep op het noodfonds zal doen. Van wie hebben we dát eerder gehoord?

De eurozone is een kaartenhuis, maar de Europese leiders denken nog steeds dat ze in een huis van cement wonen. Uiteindelijk zullen de heren politici en centrale bankiers maar één oplossing kunnen bedenken. En dat is de geldpersen aanzetten.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media: