Nog een plaatje dat alles zegt

Ik heb de afgelopen weken al een paar keer geschreven over de gedaalde olieprijs. Ik vertelde u dat ik niet kan geloven dat zó een forse daling puur is gebaseerd op normaal vraag en aanbod.

Ik liet u in dit artikel al zien dat de meeste Arabische dictaturen een olieprijs van boven $100 per vat nodig hebben om de door hun opgebouwde welvaartstaat te kunnen blijven financieren.

Arabische landen produceren hun olie weliswaar goedkoop, maar hebben een enorm dure welvaartstaat opgebouwd om hun bevolking tevreden te houden. Als ze daarin gaan moeten snijden, daalt die tevredenheid in rap tempo. En kan er ieder moment sociale onrust uitbreken.

Alle nieuwe olievelden zijn nu te duur
Afgelopen week vond ik nog een interessante grafiek. Zie hieronder.

Links van de rode lijn zien we de gebieden in de wereld die aan de huidige, fors gedaalde olieprijs nog winstgevend zijn. En rechts zien we de gebieden waarvoor het winnen van olie te duur is om nu winst te kunnen maken.

Simpel gezegd kunnen aan de huidige olieprijs 75 miljoen vaten olie per dag winstgevend geproduceerd worden. Terwijl de vraag op ongeveer 90 miljoen vaten per dag ligt.

Paradox
Daarnaast laat de grafiek een enorme paradox zien. Want in de gebieden waar men aan de huidige olieprijs nog winst maakt, dalen de oliereserves met ongeveer 5% per jaar.

Het grootste olieveld ter wereld, Ghawar Field in Saoedi Arabië, is bijvoorbeeld al sinds 1951 in productie. Hoewel de Saoedis geen informatie verstrekken, geloven analisten dat de productiepiek in 2005 werd bereikt.

In die zeer grote olievelden dalen de oliereserves dus met gemiddeld 5% per jaar. Dat betekent dat de productie langzaamaan zal afnemen én dat de kostprijs ook in die gebieden gestaag zal stijgen.

Conclusie
Als de olieprijs lang zo laag blijft, gaat de productie in de nieuwe oliegebieden (rechts van rode pijl) in rap tempo omlaag, terwijl in de oude olievelden (links van rode pijl) de oliereserves met 5% per jaar afnemen.

De gedaalde olieprijs geeft ons een prachtkans om de komende jaren enorme koerswinsten te behalen. Zie ook in dit artikel

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

De bizarre maand oktober

Lang geleden dat ik zo een bizarre beursmaand heb meegemaakt. Misschien heb ik zelfs nooit zoiets bizars meegemaakt.

In een maand tijd gingen de aandelenbeurzen van gemakzuchtig optimisme naar paniek, en vervolgens in geen tijd terug naar een soort euforie. Zonder dat er op economisch of geopolitiek vlak nu echt iets speciaals gebeurde.

Dat de beurs zó snel herstelde, heeft mij enorm verrast. Vooral omdat de dollar steeg én de olieprijs zeer onverwacht (en door bijna niemand voorzien) fors daalde.

Stijgende dollar is normaal slecht voor beurs
Vooral de stijgende dollar is normaal gezien niet goed voor de beurzen. Veroorzaakt dalende winsten van Amerikaanse bedrijven (buitenlandse winsten dalen in dollars gemeten) én veel problemen in opkomende markten (dollars die het land verlaten).

Daarnaast zagen we dat de Yen fors daalde omdat de Bank of Japan aankondigde nóg meer geld te gaan printen én zagen we dat de goudprijs opnieuw een opdonder kreeg.

Oorzaak daling goudprijs
Afgelopen maand was voor wat betreft goud zeer bizar. Bijna iedere week las ik berichten over fors stijgende vraag naar fysiek goud in vooral China, India en Rusland. En vorige week nog las ik hier nog dat de US Mint een 40% hogere vraag naar zilveren munten had.

Terwijl de vraag naar fysiek goud en zilver tot recordhoogte is gestegen, dalen de prijzen van goud en zilver. Hoe bizar is dat?

Een even logische als plausibele uitleg hiervoor hoorde ik vorige week van Raoul Pal.

Prijs goud wordt bepaald op de papieren markt
Voor iedere kilo fysiek goud zijn er misschien wel 100 beleggers die op papier goud bezitten. De goudprijs wordt echter bepaald op de papieren markt, en is dus manipuleerbaar.

Eén kilo fysiek goud dient zodoende als onderpand voor 100 kilo papiergoud. En zolang die 100 papieren goudbeleggers er allemaal op vertrouwen dat ze fysiek goud kunnen opeisen én geleverd zullen krijgen, is er niets aan de hand.

Omdat de vraag naar fysiek goud nu echter zo groot is, verdwijnt veel goud in kluizen van gewone mensen en centrale banken, waardoor het niet langer beschikbaar is voor levering. En waardoor de hoeveelheid beschikbaar onderpand zienderogen daalt.

Omdat er minder fysiek goud als onderpand beschikbaar is, moeten een fors aantal papieren goudposities worden gesloten omdat anders de verhouding fysiek goud/papiergoud nóg maffer wordt dan die nu al is. En door het sluiten van al die papieren goudposities, daalt de goudprijs.

Fase waar we doorheen moeten
Raoul Pal omschrijft dit als een tijdelijke fase waar we doorheen moeten. Die fase zal eindigen zodra we berichten zien van grote papieren goudbeleggers die levering van fysiek goud eisen. Of zodra de Shanghai Gold Exchange besluit om de goudprijs niet langer door de LBMA (London) te laten bepalen, maar het zelf te doen.

Zodra beleggers de papieren goudmarkt niet langer vertrouwen en alleen nog fysiek goud willen, of zodra andere goudmarkten besluiten om de Londonse prijsbepaling te negeren, gaat het knallen.

Dát dit gaat gebeuren is onvermijdelijk. Wannéér dit gaat gebeuren, weet niemand.

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media: