Waarom de Euro gedoemd is (1)

Ik heb vorige week enkele zeer interessante analyses gelezen, waaronder een uitgebreide uitleg over waarom de Euro bijna gedoemd is om op termijn uit elkaar te spatten. Ik vind dit zodanig belangrijk, dat ik u deze uitleg absoluut wil meegeven. Ik heb het zo duidelijk en leesbaar mogelijk proberen op te schrijven, maar het kan toch zijn dat u misschien af ten toe even moet doorbijten.

Deze week deel 1:

Spanje is de klos, en niet zo’n beetje ook
We beginnen de analyse met een simpele economische waarheid. Die waarheid is dat het Bruto Binnenlands Product (dus de totale economie) van een land is samengesteld uit de volgende drie onderdelen:

  1. Investeringen en uitgaven gedaan door de overheid
  2. Investeringen en uitgaven gedaan door burgers en bedrijven
  3. Het verschil tussen export en import

Als je dus economische groei wilt realiseren, dan moet de overheid meer geld uitgeven, of burgers en bedrijven moeten meer geld uitgeven, of er moet meer worden geëxporteerd, of er moet minder worden geïmporteerd. Meer smaken zijn er niet. Daarbij geldt voor zowel overheid, burgers als bedrijven dat als ze weliswaar meer geld uitgeven, maar dit teveel op krediet doen, dit enkele jaren later als een boemerang in het gezicht terugkomt.

Het gevolg van fors besparen
In Spanje zal het begrotingstekort dit jaar naar verwachting uitkomen rond 9,4% van het BBP. Het Spaanse BBP bedraagt ongeveer 990 miljard euro, zodat de Spaanse overheid dit jaar 93 miljard euro meer uitgeeft dan er binnenkomt. Ofwel, 93 miljard van het BBP is op krediet.

Nu gaat de regering besparen en wil het dat het begrotingstekort in 2011 uitkomt op 7%. Men gaat in 2011 dus slechts 69 miljard euro meer uitgeven dan er binnenkomt. De Spaanse overheid gaat in 2011 dus 24 miljard minder uitgeven dan in 2010.

Conclusie: Als burgers en bedrijven volgend jaar evenveel uitgeven, en als de export en import even hoog blijven, dan zal de Spaanse economie volgend jaar met 2,4% krimpen. En dus terug in een recessie belanden.

Om een recessie te voorkomen moeten burgers en bedrijven volgend jaar plotseling zorgeloos en optimistisch worden, en 24 miljard méér uitgeven dan in 2010. Of moeten Spaanse bedrijven voor 24 miljard meer exporteren en/of minder importeren. En áls dat al zou lukken, dan is er nog steeds sprake van economische stilstand.

Recessie is onvermijdelijk
De kans is echter veel groter dat Spaanse burgers en bedrijven volgend jaar helemaal niet optimistisch zullen zijn en juist minder gaan uitgeven, waardoor het probleem alleen maar groter wordt. Meer exporteren is uiteraard een goed idee, maar dan moeten buitenlanders eerst graag jouw producten willen kopen! Die kans is op de korte termijn zeer klein, want Spanje heeft haar concurrentiepositie sinds de invoering van de Euro enorm laten slabakken, waardoor het veel meer importeert dan exporteert. Om export te laten groeien is jarenlange loonmatiging of zelfs een loondaling nodig. Sociaal onmogelijk, want geen enkele burger zal dat pikken.

We kunnen daarom niet anders dan concluderen dat de Spaanse besparingsplannen op het eerste gezicht contraproductief zijn en alleen maar zullen leiden tot een forse recessie. Die dan weer voor lagere belastinginkomsten zal zorgen, waardoor het alleen maar moeilijker wordt. De overheid kan echter óók niet doorgaan met zoveel geld blijven uitgeven. Want dan explodeert de staatsschuld en wil niemand nog geld lenen aan de Spaanse overheid. En geld kunnen lenen is essentieel om de zaak draaiend te houden.

Het grote verschil tussen vroeger en nu
Voordat de Euro bestond, werd een dergelijke crisis op een simpele manier opgelost. Geld drukken en daarmee de valuta devalueren. Zo werden Spaanse producten goedkoper en kreeg de export een tijdelijke duw in de rug, terwijl geïmporteerde producten duurder, dus minder interessant voor de Spaanse burger werden. Op lange termijn slecht voor de economie, maar voor politici en centrale bankiers een prachtige “quick fix”.

Door de Euro is die “quick fix” nu niet meer mogelijk. Maar liefst 80% van de Spaanse export gaat naar andere Euro-landen. Voor die overige 20% moeten de Spanjaarden hopen op een daling van de Euro, maar dat is voorlopig niet waarschijnlijk. Dit omdat landen in het hoge Europese noorden (vooral Duitsland) veel beter op de centen én op hun concurrentiepositie hebben gepast, waardoor zij wel kunnen rekenen op een bloeiende export sector.

Ik heb hierboven Spanje als voorbeeld genomen, maar we kunnen aan dat rijtje rustig Portugal, Italie en Griekenland toevoegen. Ierland hoort er eigenlijk ook bij, maar heeft meer kansen omdat de Ierse economie meer op export naar landen buiten de Eurozone is gericht.

De enige mogelijke (theoretische) oplossing voor Spanje
Dat is inderaad besparen (er is geen keuze) en loonsverlagingen doorvoeren. Dus bereid zijn om jarenlang door een economische hel te gaan, en om in die periode keihard te werken aan het verbeteren van de concurrentiepositie. Keihard werken dus om ervoor te zorgen dat de buitenlandse vraag naar Spaanse producten fors stijgt. Maar waar vind je ook maar één Europese burger die bereid is om dat soort opofferingen te doen? Spanje (en ook Griekenland, Italië, Portugal) zit in een onmogelijke situatie, zonder uitweg.

Volgende week deel 2:
Waarom wij als gevolg van deze situatie uiteindelijk ook de klos zullen zijn.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media: