Ongeveer 150 ambtenaren zijn de afgelopen maanden op pad geweest om bij de grootste Amerikaanse banken zogenaamde stress-tests uit te voeren. Het resultaat viel mee. De grote banken hebben in totaal maximaal $75 miljard nodig om zonder problemen door de crisis te komen. En dat is een makkie, vooral als we bedenken met welke bedragen er tot nu toe al is gesmeten. De Europese beurzen reageerden vanmorgen dan ook positief.
Hoe werkt zo’n stress-test eigenlijk?
Men maakt eerst een berekening van hoe het een bank zal vergaan als de huidige economische voorspellingen uitkomen. Vervolgens berekent men een “worst-case scenario”, waarbij men er vanuit gaat dat het economisch nog een stuk slechter zal gaan dan nu wordt verwacht.
En daar zit ook gelijk de adder onder gras. Hoe slecht zijn die verwachtingen precies? Eén van de zaken waar de stress-testers vanuit zijn gegaan is dat het werkloosheidspercentage zal oplopen naar 10,3%. Dat kan je nauwelijks meer een “worst-case scenario” noemen, want in april is in de VS al 8,9% van de beroepsbevolking werkloos. Als het even tegenzit, dan zien we in de VS in juni al meer dan 10% werkloosheid. En wat dan? Komt er dan een nieuwe stress-test?
Toneelspel
Het hele verhaal ruikt mij teveel naar een groot toneelspel, dat wordt opgevoerd om het “vertrouwens in het systeem” te herstellen. Even een stress-testje, daar een meevallend negatief resultaat uit publiceren en dan maar hopen dat alles weer goed gaan functioneren.
Maar goed: de pers is gelukkig, want die kunnen zich storten op welke bank de meeste minpuntjes heeft gekregen. De beurs is gelukkig, want die lijkt vandaag weer een stijging in te zetten. En verder kunnen wij, nuchtere beleggers, dit soort berichten maar beter met een grote korrel zout nemen…