Meer feiten waar we niet omheen kunnen

Vorige week plaatste ik op mijn Twitter account een column uit The Washington Post. De schrijver is enorm bezorgd over de Amerikaanse banken, want de grootste 20 banken zijn zo groot als 85% van het Amerikaanse BBP. Hij wil geen Too Big to Fail banken meer. Gelijk heeft hij.

De leiders van de Europese Unie lijken zich over dit soort zaken niet veel zorgen te maken. In vijf jaar tijd hebben ze veel vergaderd (hun specialiteit), maar is er zo goed als niets gebeurd.

Deutsche Bank vertegenwoordigt in zijn eentje al 85% van het Duitse BBP. ING is in zijn eentje al bijna twee keer zo groot als de gehele Nederlandse economie. En in Frankrijk is alleen BNP Paribas al bijna net zo groot als de gehele Franse economie.

Ieder een ander deel van het probleem
Ik stuurde u gisteren dit artikel toe, zodat u ook eens van een ander hoort dat de banken een enorm gevaar vormen. Daarnaast vooral omdat ik het frappant vond dat deze twee mensen ieder slechts over een deel van het probleem spraken.

Hoogervorst benadrukte hoe laag het eigen vermogen van Europese banken is en hoe groot de banken zijn ten opzichte van de economie. Maar hij had het niet over hoe onbetrouwbaar banken zijn in hun financiële rapportage.

Terwijl Marike Stellinga juist benadrukte dat je de door banken gepubliceerde cijfers niet kunt vertrouwen. Zij lijkt wel te zien dat er om die reden nog allerlei problemen op ons af komen, maar lijkt de omvang daarvan zwaar te onderschatten (of ze wilde mensen gewoon niet bang maken).

Hallucinante hoeveelheden
Veel mensen lijken niet te beseffen hoe groot de impact is als je PIIGS-landen, forse begrotingstekorten, stijgende staatsschulden, huizencrises en opgeblazen, falende banken bij elkaar telt. De hoeveelheden geld die de ECB nog zal printen om de boel overeind (en bij elkaar!) te proberen te houden zijn hallucinant.

Het complete beeld
In ons gratis rapport “Wees voorbereid en heb een plan!” geven we u het complete beeld over hoe we ervoor staan. Met daarbij de harde cijfers, uitgebeeld in sprekende grafieken.

Daarnaast vertellen we u waarin wij ons geld de komende jaren beleggen en vooral ook waarin juist NIET. Hebt u het nog niet gelezen?
Klikt u dan hier om het aan te vragen.

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Trekt de Amerikaanse economie nu echt aan?

Er worden tal van economische cijfers gepubliceerd en die cijfers worden door de reguliere media allemaal klakkeloos als waarheid aangenomen. Dit jaar wil ik regelmatig eens dieper op dit soort economische termen ingaan. In gewone mensentaal.

Het belangrijkste cijfer ter wereld is die van de Amerikaanse economische groei. In de reguliere media zagen we een tijdje geleden het bericht dat die in het derde kwartaal van 2012 met 2,6% was gegroeid. Positief bericht. Gisteren zei Obama in zijn speech nog dat het economisch herstel is ingezet. En regelmatig hoor ik economen op tv roepen dat de VS het in ieder geval een stuk beter doet dan Europa.

Even naar de cijfers kijken
Per 30 september 2011 bedroeg het Amerikaanse BBP in totaal $15.163 miljard. Een jaar later was dat gegroeid naar $15.811 miljard. Dat is een nominale groei van 4,3%.

De reële economische groei bereken je vervolgens door inflatie daar vanaf te trekken. Volgens het Amerikaanse Bureau of Labor Statistics was het leven in het derde kwartaal van 2012 in totaal 1,7% duurder dan een jaar voordien. Blijft netto 2,6% economische groei over.

Simpele berekening. Toch?
Is het ook. En 2,6% economische groei is lang niet slecht. Maar er zitten twee adders onder het gras. Vandaag ga ik op één adder in. Het inflatiecijfer.

Officieel was er dus slechts 1,7% inflatie. Inflatie bereken je door de prijzen van een mandje met goederen en diensten te vergelijken met de prijzen van een jaar eerder. Als een brood nu €2,20 kost en vorig jaar nog €2, dan is er voor wat betreft brood 10% inflatie.

Biefstuk en computers
Alleen hebben de Amerikanen deze berekening twee keer aangepast. En zodanig dat die berekening niet langer objectief is. Twee voorbeelden.

Als de prijs van biefstuk nu met 10% stijgt, dan gaat het Amerikaanse BLS er vanuit dat mensen overstappen naar een gehaktbal. En stellen ze vast dat de prijs van rundvlees juist is gedaald.

Als een nieuwe computer nu 5% duurder is dan een jaar geleden en die computer heeft 10% meer intern geheugen, dan stelt het BLS vast dat die computer juist 5% goedkoper is geworden.

Werkelijke inflatie
Inflatie is een cijfer dat in de VS enorm wordt gemanipuleerd. Door te manipuleren hoef je als overheid de uitkeringen minder te verhogen, je kunt positievere groeicijfers publiceren, je hoeft de rente niet te verhogen en je kunt geld (blijven) printen.

John Williams van ShadowStats berekent inflatie nog op dezelfde manier als de overheid het in 1980 en in 1990 deed. De methode uit 1980 levert bijna 10% inflatie op. De methode uit 1990 komt uit op ruim 5%.

Of je het inflatiecijfer nog steeds op dezelfde manier als in 1980 of 1990 zou moeten berekenen, hangt af van hoe het daadwerkelijke bestedingspatroon van een gemiddeld Amerikaans gezin nu is, vergeleken met toen.

Reële groei of reële krimp?
Als je echter alleen al die 5% inflatie als waarheid zou nemen, dan groeit de Amerikaanse economie niet. Maar hebben ze in de VS zelfs 0,7% economische krimp.

Als u dus straks op het nieuws de Amerikaanse economische groei over het vierde kwartaal van 2012 voorbij ziet komen, dan weet u in ieder geval dat u daar vooral niet teveel waarde aan moet hechten.

In dit artikel bespreek ik de tweede adder onder het gras met u.

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media: