Nadat Mario Draghi op 26 juli 2012 zijn beroemde “whatever it takes” speech gaf, deden de beurzen én de Europese obligatiemarkten precies wat hij vooraf had gehoopt.
De beurzen zetten direct een forse stijging in.
Hetzelfde gold voor Bernanke. Iedere keer als hij een nieuwe ronde QE aankondigde, zetten de beurzen een langdurige forse stijging in. En bij een dreigende daling, was één opmerking genoeg.
Eén opmerking was genoeg
In oktober 2014 nog begonnen beurzen te dalen. Dreigde het zelfs behoorlijk mis te gaan. Eén simpele opmerking van regionaal Fed-president Bullard was voldoende om die daling volledig de nek om te draaien.
Simpel gezegd hadden de centrale bankiers de beurzen aan een touwtje. De beurs deed precies wat zij wilden.
Draghi wordt straal genegeerd
Nu is alles anders. Nu loopt de beurs niet langer slaafs achter de centrale bankiers aan. We zagen daarvoor de afgelopen maanden al diverse bewijzen.
Maar het meest recente bewijs is dat van afgelopen week. Draghi vertelde afgelopen donderdag klaar te staan om indien nodig méér geld te printen dan de huidige €60 miljard per maand. Bang als hij is voor een stijgende euro én voor dalende beurzen.
De beurs steeg donderdag, maar leverde die winst vrijdag weer in. Als je naar de koersgrafieken kijkt, dan lijkt het alsof Mario nooit iets heeft gezegd. De beurs negeert hem gewoon.
Boter bij de vis
Vanaf nu is het boter bij de vis. Voor de beurs tellen mooie woorden en/of waarschuwingen van centrale bankiers niet langer.
Kuroda en Draghi krijgen dat nu snel in de gaten. Terwijl ze tegelijk bang zijn dat hun munt in waarde stijgt, of niet snel genoeg daalt.
Beurs kan nieuwe stijging inzetten
De kans is dan ook zeer groot dat zij binnenkort zullen aankondigen om nóg meer geld te printen. Waardoor er nóg meer miljarden aan vers geprint geld richting de financiële markten zullen vloeien.
Ik zou er dan ook niet raar van opkijken als de beurs binnenkort een nieuwe stijging gaat inzetten.