Tijdens het vele leeswerk dat ik doe werd ik gisteravond nog even fijntjes herinnerd aan hoe ongelofelijk onbetrouwbaar politici zijn. Grant Williams ging nog even terug in de tijd en vertelde hoe het ook al weer ging toen voor het eerst bleek dat Griekenland hulp nodig had.
Als in november 2009 de socialisten aan de macht komen, heeft Griekenland een officieel begrotingstekort van 6%. Nadat echter alle lijken uit de kast zijn gevallen, blijkt dat het werkelijke begrotingstekort 12,7% is.
In januari 2010 belooft de Griekse regering dat ze het begrotingstekort in twee jaar tijd zal terugdringen van 12,7% naar 2,8%. De EU-politici én de financiële markten accepteren deze belofte. Zonder verder nadenken. Er is immers een plan gepresenteerd?
In april 2011 blijkt van deze plannen niets terecht te komen. De Griekse premier verklaart echter dat alles onder controle is en weigert om financiële steun te vragen. Exact 12 dagen later wordt een hulppakket van €30 miljard in elkaar gezet. Nog enkele dagen later is dat bedrag al gestegen naar €45 miljard. En weer 9 dagen later blijkt het om €110 miljard te gaan.
U mag zelf tellen met hoeveel meetings, persconferenties, overeenkomsten en verklaringen u sindsdien in uw krant of op uw tv bent geconfronteerd, waarin EU-politici u vertelden dat alles onder controle was, dat er een plan was gemaakt, dat de toekomst er goed uitziet, dat we ons geld terug gaan zien etc. Tegelijk weten we wat een puinhoop Griekenland nu is en weten we dat alle financiële steun in een bodemloze put is verdwenen.
Dan even naar Spanje. Bankia. Op 23 mei verklaart premier Rajoy dat Spanje absoluut geen hulp van buitenaf nodig heeft. Dezelfde dag verklaart minister van Financiën De Guindos dat Bankia €9 miljard nodig heeft. Op 25 mei verklaart Bankia echter dat het €19 miljard nodig heeft. Op 8 juni verklaart het IMF dat de Spaanse bankensector €40 miljard nodig heeft. Eén dag later vraagt De Guindos tijdens een EU-conference call om €100 miljard steun. Volgt u het nog?
Het is iedere keer hetzelfde patroon. Eerst verklaart de politicus dat hij absoluut géén hulp nodig heeft. Vervolgens een beperkt bedrag, dat nadien echter almaar groter wordt. In dit artikel vertelde ik u al dat ook die €100 miljard bij lange na niet genoeg zal zijn.
Oh ja. De Italiaanse premier Mario Monti verklaarde op 13 juni in een Duits radio interview dat Italië nu en in de toekomst absoluut géén financiële steun van buitenaf nodig heeft. Ziet u de bui al hangen? Ik in ieder geval wel…
Het is helder als glas. De enige manier om de problemen zoveel mogelijk vooruit te schuiven, is massaal geld printen. In bedragen die voor de gemiddelde burger onvoorstelbaar zijn. Geld printen is simpel gezegd niets anders dan geld (koopkracht) stelen van de burger, ten gunste van de overheid. In dit gratis rapport vertel ik u hoe ik mezelf tegen die situatie bescherm.