Een belegging met hoog risico

Ik wil het toch graag nog even met u hebben over dit artikel van afgelopen dinsdag. En over spaargeld.

Als je niet wilt beleggen, als je geen risico’s met je geld wilt nemen, als je geen gedoe aan je kop wilt, dan zet je je geld op een spaarrekening.

Dat is de logica die er bij misschien wel 99% van de bevolking in is gestampt.
Alleen klopt er hélemaal niets van die logica.

Als je geld op een spaarrekening zet, dan leen je geld uit aan de bank!

Banken staan er financieel belabberd voor
De spaarrekening is daarmee een belegging. Punt. Als je geld uitleent aan een bank die er financieel belabberd voor staat, dan is de spaarrekening ook nog eens een belegging met hoog risico.

Het toeval wil dat het gros van de banken er financieel inderdaad belabberd voor staat. Zie ons gratis rapport “Wees voorbereid en heb een plan!” (dat we over een maand weer gaan updaten).

Met een spaarrekening loopt u de volgende risico’s:

1. Doordat de rente na aftrek van belasting en inflatie negatief is, gaat de koopkracht van je spaargeld ongemerkt, maar gestaag achteruit. Dit is al sinds 2009 het geval.

2. Als je bank in financiële problemen komt, stond tot nu toe de overheid klaar met een zak geld. Politici zien nu in dat die vlieger niet meer opgaat omdat staatsschulden te hoog zijn opgelopen.

Sinds de Cyprus bail-in is de kans zeer groot dat je als spaarder gaat meebetalen aan de redding van je bank.

3. Zie mijn artikel van dinsdag. Harvard-economen Reinhart en Rogoff schrijven in opdracht van het IMF dat het onvermijdelijk is dat de spaarder straks (linksom of rechtsom) gaat meebetalen om de staatsschuld te verlagen.

Nog iets om over na te denken
In hun IMF Working Paper geven Reinhart en Rogoff ons op pagina 14 een overzicht van crises in economisch ontwikkelde landen. Als je daar nog eens de crises in alle andere landen bij zou zetten, dan heb je een enorm lange lijst aan crises.

Al die crises hebben één gemeenschappelijk kenmerk. Namelijk dat de gewone spaarder het zwaarst de klos was. En dat burgers die hun spaargeld tijdig hadden omgezet in goud en/of zilver, geen centje pijn hadden.

Laat dit aan zoveel mogelijk mensen in uw omgeving lezen
Eenieder kiest zelf wat hij met zijn geld wil doen. Maar ik wil wél dat de mensen in mijn persoonlijke omgeving in ieder geval weet hebben van de hierboven vermelde risico’s.

Als u dat ook wilt, deel dit artikel dan met zoveel mogelijk mensen uit úw persoonlijke omgeving.

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Bodem definitief gemaakt?

Ik moet u echt even herinneren aan dit artikel van een week geleden. Ik schreef dat het een dikke twee jaar geleden was, dat de koersgrafieken van goud en zilver er zó mooi bij lagen. Nu liggen ze er zelfs nóg mooier bij!

Ik schreef ook dat de kans best groot is dat de correctie (waar we eerst op hebben gewacht, en die we toen hebben gekregen) nu achter de rug is. De kans daarop is afgelopen week alleen maar gestegen.

Hogere bodem, hogere top
Want we zien voor het eerst in zeer lange tijd dat goud en zilver een hogere koersbodem én een hogere top hebben gemaakt. Hét signaal dat goud en zilver op korte termijn in prijs omhoog kunnen.

De meeste particuliere beleggers zullen pas goud en zilver gaan kopen nadat straks eerst de koopkracht van hun spaargeld verder is verzwakt. En zodra goud en zilver straks weer ergens bij hun all-time highs noteren.

Ik vertelde u in dit artikel al dat ik zelf begin juli én een dikke week geleden bijkocht. Als u dat niet hebt gedaan, dan lijkt mij dat het nu het moment is om op zijn allerminst een béétje spaargeld om te zetten in goud en/of zilver.

Het enige geld dat we kunnen vertrouwen
Het is en blijft het enige geld dat we in deze tijden nog kunnen vertrouwen. Waarop je geen inflatierisico en geen tegenpartijrisico hebt.

En als je het dan ook nog op een goed moment, en voor een relatief lage prijs kunt aankopen, dan ben je helemaal spekkoper. Ik koop mijn goud en zilver bij deze aanbieders.

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Reken vooral niet op een goed pensioen

We lezen de afgelopen tijd steeds vaker over problemen met pensioenfondsen. En dus met uw (toekomstige) pensioen. Of met de huidige premies die u moet betalen.

Zelf heb ik tien jaar geleden al besloten dat ik van geen enkele overheid of pensioenfonds iets verwacht als ik ergens rond 2030-2035 de dan geldende pensioenleeftijd heb bereikt. Ik zorg er zelf voor.

Pensioenen staan onder druk en komen de komende jaren steeds verder onder druk te staan. Fouten in het verleden, beleggingen in staatsobligaties van risicolanden, toenemende vergrijzing en de huidige enorm lage rente zorgen ervoor dat het de komende jaren onmogelijk zal zijn om (de koopkracht van) pensioenen te handhaven.

In het filmpje hieronder een goede uitleg over waarom het een grote fout is om uw toekomstige pensioen als een zekerheid te beschouwen.

PS: Het filmpje werd mij toegestuurd door een lezer van onze nieuwsbrief. Als u zelf een interessant filmpje tegenkomt, waarvan u vindt dat iedereen het zou moeten zien, dan mag u het ons altijd toesturen. Als wij het vervolgens net zo interessant vinden als u, dan sturen we het direct door.

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Nog even over rendementsvrij risico

Vanochtend zag ik in het nieuws dat beleggers Franse staatsobligaties kopen tegen een negatieve rente van 0,005%. Denkt u alstublieft even na over hoe belachelijk dit is.

Beleggers lenen dus hun zuur verdiende geld uit aan een land dat er financieel en economisch gezien belabberd voor staat. Dat al vele jaren lang elk jaar meer geld uitgeeft dan er binnenkomt. En in plaats van daarvoor een forse rente te vragen, gaan ze rente betálen! Kan het nog zotter?

In dit artikel schreef ik vorige week al over rendementsvrij risico. Aan diverse reacties van lezers merk ik dat mensen de neiging hebben om over die term heen te lezen, zonder zich af te vragen wat het betekent.

100% zeker géén rendement
Rendementsvrij risico betekent dat je een belegging doet, waarop je 100% zeker weet dat je géén rendement zult behalen. Maar waarbij je wel twee risico’s loopt. Het eerste is dat je geld door inflatie een pak minder waard wordt. Het tweede is dat de tegenpartij failliet gaat en dat je helemaal niets terug krijgt.

Naar mijn mening twee écht grote risico’s. Die je neemt zonder dat daar rendement tegenover staat. Rendementsvrij risico dus.

Spaargarantie = pure volksverlakkerij
Een ander voorbeeld is de spaarrekening. Na aftrek van inflatie hebt u nu al een negatief rendement. En u loopt het risico dat uw geld de komende jaren door een fors dalende euro/fors stijgende inflatie enorm aan koopkracht verliest (zie dit artikel). Daarnaast loopt u het risico dat uw bank failliet gaat.

Maar dan hebben we toch altijd nog de spaargarantie van de Nederlandse overheid? Ik zal u direct even uit de droom helpen. De balans van één Nederlandse grootbank is al twee keer zo groot als de gehele Nederlandse economie. Hoe denkt de overheid garant te staan als het met slechts één Nederlandse grootbank mis gaat?

Simpel gezegd. Die spaargarantie van 100.000 euro per rekening is pure volksverlakkerij. Kunnen ze onmogelijk waarmaken.

Conclusie
Beseft u alstublieft goed dat de spaarrekening en staatsobligaties (waarin u via uw pensioenfonds fors belegt) beleggingen zijn waarop u een rendementsvrij risico hebt. Dus 100% garantie dat u geen rendement zult behalen, terwijl u wel een (fors) risico loopt.

In ons gratis rapport “Wees voorbereid en heb een plan!” vertel ik u waarin ik de komende jaren wél zal beleggen en waarin vooral niet. Klikt u hier als u het nog niet hebt gelezen.

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Bij valutacrisis terug naar echt geld

Ik las dit weekend een rapport van de Boston Consulting Group. Het rapport was niet gericht aan beleggers, maar aan ondernemers en CEO’s van bedrijven. Over hoe je als bedrijf voor te bereiden op de komende jaren.

BCG geeft in het rapport vier scenario’s waaruit politici kunnen kiezen om de huidige schuldencrisis op te lossen. Sparen en schuld afbetalen, snellere economische groei, schulden herstructureren of afschrijven en als laatste door inflatie. De eerste drie scenario’s zijn om verschillende redenen onwenselijk of onhaalbaar, waardoor inflatie een voor politici aantrekkelijke optie wordt. Geld printen dus.

BCG haalt hier nog even Duitsland in de jaren ’20 aan. De toenmalige Reichsbank drukte in eerste instantie geld dat het een lieve lust was, zonder dat er veel inflatie opdoemde. Dat werd als normaal beschouwd, want er was ook geen economische groei. Totdat de bevolking op een zeker moment het vertrouwen in de eigen munt verloor. Toen ging de geest uit de fles, ontstond hyperinflatie en was het spaargeld van de bevolking in een mum van tijd niets meer waard.

Het straffe is vervolgens dat BCG aan ondernemers en CEO’s allerlei maatregelen voorstelt om met hoge inflatie om te gaan, maar daarbij één simpele en effectieve maatregel vergeet. Namelijk om kasgeld aan te houden in goud en zilver. BCG refereert aan de Duitse hyperinflatie van 90 jaar geleden en vergeet erbij te melden dat ook toen het bezit van goud en zilver bescherming bood tegen het gigantische verlies aan koopkracht.

Want bij een valutacrisis moet je terug naar echt geld. Mijn spaargeld zet ik daarom stap voor stap om in fysiek goud en zilver. Want ik heb geen zin om de koopkracht van mijn spaargeld straks als sneeuw voor de zon te zien verdwijnen.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Word geen slachtoffer van eurocrisis

Ik heb goede vrienden op bezoek bij mij in Italië. Mensen die hélemaal niets met beleggen hebben. Succesvolle ondernemers die hun geld in euro’s aanhouden, want dat hebben ze nu eenmaal hun hele leven gedaan. Ik maak mij zorgen om hun financiële toekomst.

Ik heb ze dat gezegd en ik hoop dat ze mijn woorden serieus zullen nemen. Ik ben er echter bang voor dat ze na hun vakantie snel zullen worden opgeslokt door hun drukke dagelijks leven en zichzelf wijs zullen maken dat ‘het allemaal wel los zal lopen’.

Je hoeft de geschiedenisboeken er maar op na te slaan om te weten in welk een korte tijd iemands financiële status van rijk naar arm kan veranderen, juist door geld ‘veilig’ in de eigen valuta op een bankrekening aan te houden. En we hoeven vandaag de dag alleen maar naar de cijfers te kijken om te weten dat de toekomst van de Euro er niet bepaald fraai uitziet.

Het is trouwens ook een rare gedachtenkronkel dat je als Europeaan al je geld in euro’s aanhoudt, alleen maar omdat je toevallig in Europa woont en leeft. Zelfs zonder eurocrisis is het verstandig om je geld in valuta van verschillende economisch sterke landen aan te houden. En in deze tijd van crisis is het daarnaast uiteraard vooral verstandig om ook een deel van je geld in goud en zilver aan te houden.

Als het fout gaat in Europa en je hebt al je geld op een Euro-spaarrekening staan, dan heb je last van de economische crisis én de koopkracht van je banksaldo loopt zienderogen achteruit. Dan heb je er dus dubbel last van. In ons gratis rapport “Wees voorbereid en heb een plan!” vertellen we u waarin wij de komende jaren ons geld wel beleggen én waarin vooral niet. Klikt u hier als u het wilt lezen.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Een 98 jarige wanprestatie

In het jaar 1913 werd de Federal Reserve opgericht. En in dat jaar was de Amerikaanse dollar nog “as good as gold”. Je kon naar de bank gaan met bijvoorbeeld een biljet van $50 en dat daar inwisselen tegen 2,42 ounces goud.

De Federal Reserve bestaat nu dus 98 jaar. In een artikel las ik een schitterend voorbeeld waarin duidelijk wordt hoe dramatisch de Federal Reserve in die lange periode is geweest voor de koopkracht van de Amerikaanse dollar.

Jan en Kees
Het artikel gaat over twee vrienden, Jan en Kees, die in 1913 ieder $100 bij elkaar hebben gespaard. Ze willen die $100 opzij zetten voor later. Jan graaft een kuil in zijn tuin en legt daar die $100 in. Kees gaat echter naar zijn bank, ruilt die $100 in voor 4,84 ounces goud. Hij graaft een kuil in zijn tuin en legt daar het goud in.

De achterkleinkinderen van Jan en Kees
Nu is het 2011 en de achterkleinkinderen van Jan vinden die $100 in de tuin. Leuk. Die van Kees vinden echter die 4,84 ounces aan goud, die maar liefst $6000 waard is! De dollar heeft in 98 jaar Federal Reserve dus maar liefst 98% aan koopkracht verloren. En wat Kees in 1913 kon kopen voor zijn 4,84 ounces aan goud is exact hetzelfde als wat zijn kleinkinderen er nu in 2011 voor kunnen kopen.

Dit voorbeeld illustreert naar onze mening waarom wij goud niet als belegging beschouwen, maar als een middel om onze koopkracht te bewaren. Papiergeld verliest zijn waarde omdat centrale bankiers teveel nieuw geld bijdrukken. Bij goud is dat niet mogelijk. Goud behoudt daarom altijd zijn waarde.

Geen type Volcker in de buurt
Uiteraard zijn er ook tijden waarin je beter even niet in goud belegt. Bijvoorbeeld als zoals in 1980 de goudprijs juist enorm is gestegen, en iemand als Paul Volcker de baas van de Fed wordt die inflatie keihard gaat bestrijden. Of in tijden van grote economische voorspoed in combinatie met een goed monetair beleid.

Op dit moment hebben we echter duidelijk geen type Volcker aan het roer en we hebben al helemaal geen grote economische voorspoed in combinatie met degelijk monetair beleid. Dat is de reden waarom wij u op het hart blijven drukken om fysiek goud en zilver aan te houden.

Wij doen dat via een goudrekening bij Goldmoney. Als u daar nog geen rekening hebt, dan raad ik u sterk aan om er een te openen. Klikt u hier voor meer info.

(Let op: inwoners van Nederland kunnen tijdelijk geen nieuwe rekening bij Goldmoney openen. Zie hier de uitleg)

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Deflatie. Dát zou pas fantastisch zijn!

Het ideale scenario van centrale bankiers is een jaarlijkse inflatie van ongeveer 2%. Hogere inflatie is slecht en deflatie moeten we tegen iedere prijs zien te voorkomen, want dat zou pas écht een ramp zijn! Het laatste jaar hebben we heel vaak gehoord dat we maar beter hopen en bidden dat er geen deflatie komt, want als dat gebeurt zijn de rapen gaar. Om er daarna een welgemeend “kijk maar naar Japan!” aan toe te voegen. Eerst even wat corrigeren
We spreken over inflatie als prijzen stijgen en van deflatie als prijzen dalen. Dat is per definitie al onjuist. Van inflatie spreken we als de hoeveelheid geld in omloop stijgt. Van deflatie als de hoeveelheid geld in omloop daalt. Prijsstijgingen en -dalingen zijn slechts een gevolg daarvan. Het is uiteraard niet onze bedoeling om principieel te gaan doen, maar het is wel belangrijk om bovenstaand in het achterhoofd te houden. Hieronder misbruiken we de termen inflatie en deflatie voor het gemak even op dezelfde manier als overal ter wereld in de media gebeurt.

Waarom inflatie slecht is
Als je salaris gelijk blijft en prijzen stijgen, dan kan je minder kopen en wordt je per saldo armer. Het is dan ook best leuk dat die centrale bankier 2% inflatie willen, maar als vervolgens jouw baas besluit om de salarissen dit jaar niet te verhogen, dan heb je volgend jaar effectief 2% lager inkomen. Ik weet niet hoe u het ziet, maar ik zou veel liever helemaal geen prijsstijgingen zien. En als er straks net als in de jaren ’70 een procentje of tien inflatie is, dan wil ik wel eens zien of je baas je salaris met 10% verhoogt.

Voor deflatie geldt het omgekeerde
Deflatie betekent in de volksmond dus dalende prijzen. Wie kan daar nu tegen zijn? Als er volgend jaar 2% deflatie is, dan zou je baas je salaris al met 2% moeten verlagen, wil je volgend jaar evenveel te besteden hebben. Dit gebeurt echter niet, zodat je koopkracht er alleen maar op vooruit gaat.

Het argument voor “deflatie is een ramp”
Het enige wat economen je vertellen is dat deflatie ervoor zorgt dat mensen verwachten dat prijzen verder zullen dalen en dus hun aankopen zullen uitstellen, waardoor consumentenbestedingen fors zullen dalen en de economie in een langdurige recessie zal belanden. Kijk maar naar Japan, krijg je vervolgens als toegift mee om het er nog eens goed in te wrijven.

De i-pad als voorbeeld
Het punt is echter dat mensen hun aankopen helemaal niet uitstellen. Ten eerste geldt voor heel veel uitgaven dat je die niet kúnt uitstellen. En ten tweede geldt dat mensen zelfs van producten waarvan ze 100% zeker weten dat ze in de toekomst fors goedkoper worden, toch direct kopen. Neem nu de i-pad van Apple. Dit ding is net uitgekomen en er is een ware rush op. We weten echter nu al zeker dat het ding over twee jaar ongeveer de helft goedkoper gaat zijn én beter zal functioneren én meer functies zal hebben. Dat zijn maar liefst drie dwingende redenen om de aankoop van een i-pad vooral uit te stellen. En tóch zijn die dingen niet aan te slepen! Naast de i-pad kunnen we hele lijsten maken van producten die jaren achtereen fors in prijs zijn gedaald, van flatscreen televisies tot laptops, van mobiele telefoons tot gps kastjes.

Bij algemene deflatie geldt ten eerste dat het over een prijsdaling van hooguit enkele procenten gaat en ten tweede dat je absoluut niet kunt weten of die prijsdaling volgend jaar door zal zetten. Hoe kan iemand dan nog met droge ogen beweren dat deflatie ervoor zorgt dat mensen hun aankopen zullen uitstellen?

De zaken omgedraaid
Voor wat betreft Japan worden de zaken altijd zodanig voorgesteld alsof de economische problemen het gevolg van deflatie zijn. Het is echter andersom. Deflatie is het gevolg van de specifieke economische problemen in Japan. Die problemen zijn weer het gevolg zijn van een specifiek Japanse oorzaak en specifieke Japanse blunders die gemaakt zijn na het barsten van de bubbel in 1990. Zouden prijzen de afgelopen jaren zijn gestegen, dan zou de Japanse consument er alleen maar slechter aan toe zijn. Voor de Japanse burger is deflatie dan ook een geluk bij een ongeluk. Het verwijzen naar Japan als spookscenario is dan ook absolute nonsens.

Helaas voor ons allemaal verwachten wij de komende jaren geen dalende, maar juist stijgende prijzen. Vervelend, want ik zou deflatie van harte verwelkomen!

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Waar is mijn geld nog veilig?

(door Tom Lasssing)
Er bestaat een garantie van de overheid waarbij mijn geld op de spaarrekening tot zoiets als 100.000 euro per rekening gegarandeerd is. Mooi natuurlijk, maar wat als die 100.000 euro ineens een koopkracht heeft die nergens meer over gaat? In Duitsland ging het in 1923 uiteindelijk in enkele maanden tijd volledig mis. Zimbabwe, Servië en Argentinië verging het niet veel anders.

Onhaalbare garantie
Stel dat ING failliet zou gaan op de schulden die ze uit heeft staan in Spanje? De Nederlandse staat kan wel uw spaargeld willen garanderen, maar de schulden en verplichtingen van ING zijn twee keer zo hoog als heel het Bruto Nationaal Product van Nederland! Daar valt simpelweg niets meer aan te garanderen! Nederland kan die garantie alleen maar nakomen als ze onbeperkt geld mag verzinnen. Uw Euro’s op de spaarrekening zijn dus niet zomaar veilig omdat de overheid aan u een garantie afgeeft.

Eerst beschermen, dan volop profiteren
Hoe kan ik mijn geld veilig wegzetten zodat ik halverwege de crisis nog genoeg cash heb om niet alleen de rest van de crisis door te komen, maar misschien ook nog wel de belegging van mijn leven te kunnen doen, omdat er dan ongehoorde koopjes te krijgen zijn!
De huidige crisis is in mijn ogen nog niet over… ze is nog maar net begonnen. En ik sta niet alleen in die mening!

Op 15 mei hoort u van drie vooraanstaande sprekers hoe ze denken over de huidige economie en het geldsysteem. U krijgt er concrete tips over hoe u uzelf financieel kunt beschermen, maar ook hoe u zelfs kunt profiteren van de crisis. Dat is héél andere koek dan die crisis als willoos slachtoffer over je heen krijgen!
Kijk u hier voor meer informatie over deze unieke bijeenkomst.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media: