Transitory

Dat is een Engelse term die ik afgelopen week iets te vaak gehoord en gelezen heb. Als iets “transitory” is, wordt bedoeld dat het “van voorbijgaande aard” is. Dat iets dus tijdelijk is.

Wie dit woord zo veelvuldig gebruikte? Onze grote vriend Bernanke uiteraard! Hij hield deze week na de Fed-meeting voor het eerst een persconferentie en journalisten mochten hem zelfs vragen stellen. Hij gebruikte te pas en te onpas het woord “transitory”.

Ja, de inflatie was iets te hoog en was de afgelopen maanden fors gestegen. Maar volgens zijn analyse was het “transitory”. En ja, de Amerikaanse economie groeit op dit moment minder dan vooraf gedacht, maar volgens zijn analyse was het “transitory”.

Je brengt de rente naar 0%. Je creëert vervolgens een enorme hoeveelheid geld uit het niets, en pompt dat in het systeem. Je zegt dat je dit allemaal doet om economische groei te stimuleren en dat er geen gevaar is voor inflatie.

Als er vervolgens te hoge inflatie is en te lage economische groei, dan is precies het omgekeerde gebeurd van wat je de bevolking hebt voorgehouden. Maar geen nood, want als centraal bankier heb je dan nog altijd de keuze om de term “transitory” erop te plakken. En waarom ook niet? De reguliere media namen het wereldwijd klakkeloos over…

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Twee opvallende berichten

Een gebeurtenis die deze maand bijna onopgemerkt voorbij is gegaan is dat Paul Volcker zich heeft teruggetrokken uit Obama’s economische adviesteam. De 83-jarige Volcker was tussen 1980 en 1987 baas van de Fed. Toen hij aantrad was er hoge inflatie, hoge grondstofprijzen en de prijzen van goud- en zilver waren tot astronomische hoogte gestegen.

Hij maakte daar direct na zijn aantreden een eind aan door de rente op te trekken naar maar liefst 20%. Daarmee laadde hij een enorme hoeveelheid kritiek op zich, maar hij kreeg inflatie wel onder controle, waarna een periode van gezonde economische groei kon aanbreken. Ook bracht hij de bull markt in goud en zilver met zijn beleid tot een abrupt einde, want beleggers konden door zijn strenge beleid weer geld verdienen aan een simpele spaarrekening.

Paul Volcker was de enige hoop van iedereen die een gezond financieel economisch en monetair beleid wenst. Het bleek echter al snel dat Obama hem slechts heeft benoemd om een goed figuur te slaan, want zijn adviezen zijn twee jaar lang stelselmatig genegeerd. Vandaar ook dat hij gefrustreerd de handdoek heeft geworpen.

Een ander opvallend bericht komt van vermogensbeheerder Sprott Asset Management. Zij hadden op 10 november exact 22.298.525 ounces zilver besteld. Op 31 december was daarvan slechts 20.919.022 ounces geleverd. Het resterende deel is op 12 januari geleverd. Het duurde dus meer dan twee maanden voordat ze hun bestelde zilver effectief in bezit hadden!

Het geeft aan dat er tekorten in de markt voor fysiek zilver aan het ontstaan zijn, waardoor het steeds moeilijker wordt om tijdig te leveren. Dat de zilverprijs nog relatief laag blijft, heeft te maken met niets anders dan de enorme short posities die banken als JP Morgen, Goldman Sachs e.a. hebben ingenomen. Die short posities zullen echter een keer moeten worden gesloten, wat een enorme prijsstijging tot gevolg zal hebben.

Hierboven zijn twee gebeurtenissen die wat ons betreft aangeven dat er nog een enorme stijging van de goud- en zilverprijs in het verschiet ligt. Het feit dat Paul Volcker opstapt geeft duidelijk aan dat de reële rente in de VS nog wel een paar jaar negatief zal blijven, terwijl het bericht over de trage levering van zilver voor zichzelf spreekt.

Als het straks écht moeilijk wordt om zilver geleverd te krijgen, dan is het te laat om nog zilver te kopen. Dat moet je voor die tijd al hebben gedaan. Als u nog geen goudrekening hebt, dan is de recente correctie in goud en zilver de ideale gelegenheid om dit alsnog te doen. Klikt u hier voor een Nederlandse toelichting die u helpt bij het openen van een rekening.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Inflatiemanipulatie en wishful thinking

Het blijft verbazingwekkend hoeveel aandacht er in de financiele media wordt geschonken aan inflatie in China. Ze hebben daar te hoge inflatie, maar ze hebben daar tenminste wél maatregelen genomen om die inflatie te beteugelen. Tegelijk is het verbazingwekkend hoe weinig aandacht wordt besteedt aan inflatie in vooral de VS, maar ook in Europa.

In de VS heeft men elkaar zelfs wijsgemaakt dat Amerikaanse inflatie nog dik beneden de 2% is. Men is daar meester in het aanpassen van de berekening aan de gewenste uitkomst. Men verandert gewoon het mandje met goederen waarvan de prijzen worden vergeleken. Toen de methode die tot 1980 werd gehanteerd “te hoge” inflatiecijfers opleverde, paste men de methode gewoon aan. In 1990 deed men dit nog een keer. Nu kan de berekening worden aangepast aan de omstandigheden, en zijn de gerapporteerde cijfers compleet waardeloos.

Berekeningen op basis van de twee methoden die tot 1980 en daarna tot 1990 werden gebruikt, levert een werkelijke inflatie op van tussen 4,8% en 8,9% op. Ofwel, volgens de politici stijgen de prijzen nauwelijks, terwijl de burgers in het échte leven forse prijsstijgingen voor hun kiezen krijgen.

Het extra wapen van de Chinezen
De Chinezen hebben hun banken opgedragen om meer reserves aan te houden en hebben de rente verhoogd. Ze zullen dat waarschijnlijk nog één of enkele keren gaan doen. Daarnaast hebben de Chinezen echter nog een wapen in de strijd tegen inflatie. Een wapen dat wij in het westen niet hebben. Dat is gewoon doen wat de Europeanen en vooral de Amerikanen zo graag willen, namelijk hun munt opwaarderen tegenover de dollar.

Het importeren van grondstoffen en goederen zal voor de Chinezen goedkoper worden, waardoor inflatie wordt beteugeld. Bij ons zullen uit China geïmporteerde goederen juist duurder worden, en zal inflatie alleen maar stijgen. De Chinese munt is afgelopen jaar bijna 4% duurder geworden ten opzichte van de dollar, maar het zou voor China zelf beter zijn (en voor ons slechter) als ze die opwaardering wat zouden versnellen.

Hoezo tijdelijk?
Ik zag dit weekend een interview met ECB-President Trichet. Er werd één vraag gesteld over het feit dat inflatie aan het stijgen is, en of daarop niet moet worden gereageerd met een renteverhoging. Trichet’s reactie was dat de ECB geen beleid kan gaan maken op basis van “tijdelijke” stijgingen van grondstofprijzen. Hoezo tijdelijk?

Raar dat wij al twee jaar daarvoor waarschuwen, terwijl het voor iemand als Trichet als een onverwachte, en voor hem tijdelijke gebeurtenis geldt. Trichet verwacht dat economische groei aanhoudt, én dat grondstofprijzen weer zullen dalen. Verbazingwekkend hoe zo’n toch intelligent overkomende man geen link legt tussen die twee zaken. En hoe hij totaal geen rekening houdt met het effect van een duurder wordende Chinese munt.

Het is het een of het ander
Sorry meneer Trichet, maar je kunt niet alletwee hebben. Het is het een of het ander. Als de wereldeconomie groeit, dan blijft de vraag naar grondstoffen hoog en zullen grondstofprijzen stijgen. En dus zal ook inflatie doorstijgen. En bij een nauwelijks groeiende Europese economie zal de wereldeconomie nog steeds fors groeien, waardoor wij worden geconfronteerd met verder stijgende grondstofprijzen in combinatie met te lage economische groei.

Hoe om te gaan met stijgende inflatie
In ons gratis rapport “Wees voorbereid en heb een plan!” hebben we uitgebreid beschreven hoe wij de komende jaren zullen omgaan met inflatie, dus waarin wij wél zullen beleggen en waarin juist niet. Hebt u het rapport nog niet gelezen?
Klikt u dan hier om het alsnog aan te vragen.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Zou kunnen

“Obama swipes critics of Fed’s $600bn stimulus”. Dit was vorige week de kop van een artikel in kwaliteitskrant Financial Times. De eerste alinea van het artikel vermeldt dat Obama de vloer aanveegde met zijn critici door te verklaren dat “de hogere Amerikaanse economische groei die het zou kunnen brengen, goed zal zijn voor de gehele wereld”.

Dit soort uitspraken in artikelen worden altijd kritiekloos door het grote publiek geslikt, en dat heeft vooral de maken met de manier waarop spindoctors ervoor zorgen dat politici dit soort dingen zeggen. Gaat die Hoogland nu op alle slakken zout leggen? Ik hoor het u denken. Ja dus! Want goed lezen wat iemand precies zegt, is uitermate belangrijk om tussen de regels door te kunnen lezen.

Want als je die regels écht goed leest, dan blijkt dat ze een maatregel nemen (geld drukken) omdat dit tot het gewenste resultaat zou kunnen leiden. Hallo? Als je een ticket koopt voor de Lotto, dan zou het kunnen dat je komend weekend miljonair wordt. Maar zou het ook kunnen dat wij van politieke leiders een iets meer diepgaande analyse verwachten dan alleen maar “zou kunnen“? Ik ga hieronder nog even door, want ik begin net lekker op dreef te komen.

Wat zou u denken als u in ons “Super Rendement Rapport” aandelen vindt, met daarbij als enige uitleg dat ze in koers zouden kunnen stijgen? Ik vermoed dat we daar niet mee weg zouden komen (willen we ook niet!). Hoe zou uw baas reageren als u naar hem toe ging met een voorstel om een forse investering te doen, met als enige uitleg dat het extra winst zou kunnen opleveren?

Hoe is het mogelijk dat politici voortdurend dit soort algemeenheden uitkramen, en er ook nog mee wegkomen?

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Wereldkampioen geld drukken

In deze allereerste dinsdag editie wil ik het graag met u over goud en zilver, en dus over geld hebben. Want daar is het nodige over te melden, wat zeer interessant is voor ieder weldenkend mens, die bezorgd is over waar het met de wereld (en met zijn portemonnee) naar toe gaat. In sommige media zien we dat ‘specialisten’ een mening verkondigen dat zich voor wat betreft goud en zilver misschien wel een bubbel heeft gevormd.

Het eerste wat u moet weten is dat overheden en de financiële wereld niet bepaald gecharmeerd zijn van goud en zilver. En dat de (financiële) media voor hun inkomsten grotendeels afhankelijk zijn van advertentie inkomsten van banken, brokers en andere financiële ‘dienstverleners’.

De overheid is niet bepaald gecharmeerd van goud en zilver omdat het feit dat mensen voor de veiligheid van hun geld kiezen voor goud, dit tegelijk aangeeft dat deze mensen geen vertrouwen hebben in hun overheid, centrale bank, kortom het huidige systeem van papiergeld.

De financiële wereld is ook niet bepaald gecharmeerd van goud en zilver. Banken hebben veel liever dat u uw geld op een ‘veilige’ spaarrekening zet. Dit omdat ze alleen dan met uw geld de hort op kunnen om er een stuk meer mee te kunnen verdienen dan wat ze u aan rente betalen.

De (financiële) media heeft geen echte mening, want ze zullen altijd naar de pijpen van de grote partijen in de financiële wereld dansen. Ze kunnen hun grootste adverteerders niet tegen zich in het harnas jagen, want er moet nu eenmaal brood op de plank. Iets waar we begrip voor hebben, maar waar we als beleggers wél rekening mee moeten houden.

Er is dus reden genoeg om niet naar ‘specialisten’ in de media te luisteren, maar om vooral zelf na te denken. Dat gaan we hieronder daarom doen.

Goud is geld
Als we naar duizenden jaren geschiedenis kijken, dan stellen we vast dat goud en zilver geld zijn. En het papieren en digitale geld waar we nu mee betalen eigenlijk geen geld is. Dit omdat er niets van waarde tegenover staat. Er is in de geschiedenis ook geen enkele valuta geweest die de tand des tijds heeft doorstaan. Goud en zilver hebben alle systemen van papiergeld overleefd.

Bretton Woods
In 1944 kwamen 44 geallieerde landen samen in het Amerikaanse ski-oord Bretton Woods, en spraken daar nieuwe financiële spelregels af die ze na de oorlog zouden gaan toepassen. De Wereldbank en het IMF werd opgericht en de belangrijkste afspraak was dat ieder land zich ertoe verplichtte om de waarde van hun valuta te laten bewegen binnen een vaste bandbreedte ten opzichte van goud. Voor iedere gulden of frank die u (of uw ouder of grootouder) toen in uw zak had, had u de zekerheid dat er een vaste waarde aan goud tegenover stond.

Vietnam en ‘guns and butter’
In de jaren na de tweede wereldoorlog was er dus economische groei in combinatie met monetaire stabiliteit. Geld had waarde. Tot de Amerikanen in de jaren 60 diep in de schulden kwamen te zitten door de oorlog in Vietnam en het “guns and butter” project, waarbij enorm veel geld in sociale projecten werd gestopt. Toen de budgettaire situatie van de VS onhoudbaar werd, bliezen de Amerikanen de spelregels op door geld bij te drukken. Daardoor heeft iedere centrale bank vanaf 1971 de vrijheid om te besluiten problemen “op te lossen” door het bijdrukken van geld.

Een simpel gebrek aan financiële discipline
De enige reden waarom er geen vaste relatie meer is tussen goud en papier geld is een simpel gebrek aan financiële discipline. Ofwel net zolang meer geld uitgeven dan er binnenkomt totdat de situatie onhoudbaar is en geld drukken door politici als de “enige oplossing” wordt gezien.

Wereldkampioen geld drukken
Dat iedere centrale bank de vrijheid heeft om “naar eigen inzicht” geld bij te drukken, leidt ertoe dat de burgers zich uiteindelijk zullen realiseren dat papier geld waardeloos is. Hoe meer geld er wordt gedrukt, hoe waardelozer het wordt. De Verenigde Staten zijn van de ontwikkelde landen de onbetwiste wereldkampioen geld drukken, maar Europa kan er ook wat van.

Op de website van de ECB vind ik statistieken waaruit blijkt dat de geldhoeveelheid (M3) in de Eurozone in september 1970 in totaal 344 miljard euro was. In september 2010 was dat 9.424 miljard euro. Over deze 40-jarige periode geeft dat een gemiddelde jaarlijkse groei van 8,6%. U kunt wel op uw vingers natellen dat de economie in de afgelopen 40 jaar veel minder hard is gegroeid dan de geldhoeveelheid. Ook in de Eurozone hebben centrale banken dus stelselmatig de werkelijke waarde van de euro ondermijnd.

Europa zal ook geld drukken
Met PIIGS-landen die technisch failliet zijn, EU-noodfondsen die worden opgericht, banken die nog steeds ieder moment kunnen omvallen of om staatssteun komen bedelen (onderschat dat probleem niet!), en een valuta oorlog die ieder moment kan oplaaien, hoef je geen profeet te zijn om te concluderen dat de kans zéér groot is dat ook de ECB de komende jaren de drukpers gaat gebruiken en daarmee de waarde van de Euro verder zal ondermijnen.

Onze conclusie
Ik heb nog veel meer informatie voor u, maar dat bewaar ik even voor de komende weken. Wat ik u wel alvast kan zeggen is dat alle informatie die we verzamelen maar tot één conclusie leidt. En die is dat het verstandig is om (een deel van) uw spaargeld te investeren in fysiek goud en zilver. Het is nergens voor nodig om in één keer je hele “hebben en houwen” om te zetten, maar om dat in ieder geval stapsgewijs te doen.

Ik doe dat zelf door fysiek zilver, goud en platinum aan te houden via mijn rekening bij Goldmoney. Hoewel ik verwacht dat ik de komende jaren winst ga maken door mijn geld in goud en zilver te investeren, is mijn eerste doel om mijn koopkracht te beschermen. Dus om te voorkomen dat ik met mijn over vele jaren opgebouwde vermogen over 5-10 jaar veel minder kan kopen dan nu het geval is.

De eenvoudige, cruciale vraag
Een simpele manier om uw verwachting voor de prijs van goud en zilver voor de komende jaren vast te stellen is de volgende:

Hebt u er vertrouwen in dat overheden de enorme problemen waar we in de EU en in de VS voor staan, de komende jaren adequaat zullen oplossen? Dat de burger weer vertrouwen in haar politici zal krijgen?

Ons antwoord daarop is een duidelijk NEE. Hoe minder vertrouwen burgers hebben in hun politici en het huidige systeem van papiergeld, hoe groter de vlucht naar goud en zilver zal zijn.

Ik heb gekozen voor Goldmoney omdat ik zo weet ik dat ik geen tegenpartijrisico loop, terwijl ik het spul tegelijkertijd niet thuis hoef te bewaren én dat ik het over een paar jaar op ieder gewenst moment aan de dan geldende marktprijs kan verkopen. Klikt u hier als u ook een rekening bij Goldmoney te openen.

Het openen van een rekening is trouwens zeer gemakkelijk, maar we hebben voor de zekerheid ook een Nederlandse handleiding geschreven. Klikt u hier als u die wenst aan te vragen.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Economische cijfers en statistieken

Als ik naar zenders als RTL-Z en CNBC kijk, dan valt het me iedere keer weer op hoeveel belang er wordt gehecht aan de publicatie van allerlei economische cijfers. Bij RTL-Z hoor je vaak dat “vandaag een spannende dag gaat worden omdat straks economische cijfers xyz worden gepubliceerd”. Bij CNBC verschijnt net voor publicatie van een economisch cijfer altijd in het groot de term “Breaking News!!” in beeld. Maar hoe belangrijk zijn al die cijfers nu eigenlijk?

Drie redenen om ze af te schaffen
Ik las vorige maand in Marc Faber’s Gloom, Boom en Doom report een interessante ingezonden brief van een lezer. Die schreef dat er drie redenen zijn waarom regeringen economische statistieken bijhouden:

  1. Om de regering een reden te geven om in de economie in te grijpen
  2. Om de economie er beter uit te laten zien dan hij werkelijk is, zodat regeringsbeleid positiever voor het voetlicht komt
  3. Om de werkelijke effecten van inflatie te verbergen, zodat uitgaven die met inflatie meestijgen (pensioenen, uitkeringen, etc.) onder controle blijven.

Om alleen al die laatste reden even aan te halen: gaat u eens met uw familie, vrienden, buren, collega’s praten en vertel ze dat hun kosten voor levensonderhoud in het afgelopen jaar met slechts 1,6% zijn gestegen. Let vervolgens vooral op hun reactie!

Sir John James Cowperthwaite
Toen Hong Kong in 1961 nog een Britse kolonie was, was Sir John James Cowperthwaite er de baas. Hij is de man die het kapitalisme daar heeft geïntroduceerd. Sir John weigerde om economische statistieken bij te houden. Zijn mening was dat dit er alleen maar toe zou leiden dat allemaal mensen in kantoorgebouwen zich met de vrije markt zouden gaan bemoeien en de boel in het honderd zouden laten lopen. Britse delegaties die de stand van zaken kwamen opnemen, werden zonder enige informatie naar hun eiland teruggestuurd.

Eerst 72% armer, nu 37%+ rijker
Hij bepaalde het belastingtarief op 15% en maakte geen overheidsschulden. Het resultaat: De gemiddelde inwoner van Hong Kong was in 1960 nog 72% armer dan de gemiddelde Brit, terwijl hij in 1997 (het jaar dat China de kolonie overnam) juist 37% rijker was dan de gemiddelde Brit. Een enorme economische ontwikkeling! En het lijkt er sterk op dat Hong Kong die voorsprong de laatste 13 jaar heeft uitgebouwd. Die economische groei was daarbij niet alleen ten voordele van de rijken. Nog frappanter is dat ondanks de flat tax van slechts 15%, vooral de bevolking als geheel er de afgelopen 50 jaar veel meer op vooruit is gegaan dan de Britse bevolking.

De moraal van het verhaal
Economische cijfers bestaan (groten)deels uit leugens én je hebt helemaal geen economische statistieken nodig om economische vooruitgang te boeken. Tegelijk kunnen beleggers al die economische cijfers missen als kiespijn, want de stortvloed aan economische cijfers werkt alleen maar op het gemoed, terwijl de beurs zonder al die cijfers veel minder nerveus zou bewegen. Dus: afschaffen! Hebben we gelijk een aantal van die kantoorgebouwen vol met ambtenaren niet meer nodig, en wordt in één moeite een deel van de voor de komende jaren geplande bezuinigingen gerealiseerd…

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Waarom de Euro gedoemd is (1)

Ik heb vorige week enkele zeer interessante analyses gelezen, waaronder een uitgebreide uitleg over waarom de Euro bijna gedoemd is om op termijn uit elkaar te spatten. Ik vind dit zodanig belangrijk, dat ik u deze uitleg absoluut wil meegeven. Ik heb het zo duidelijk en leesbaar mogelijk proberen op te schrijven, maar het kan toch zijn dat u misschien af ten toe even moet doorbijten.

Deze week deel 1:

Spanje is de klos, en niet zo’n beetje ook
We beginnen de analyse met een simpele economische waarheid. Die waarheid is dat het Bruto Binnenlands Product (dus de totale economie) van een land is samengesteld uit de volgende drie onderdelen:

  1. Investeringen en uitgaven gedaan door de overheid
  2. Investeringen en uitgaven gedaan door burgers en bedrijven
  3. Het verschil tussen export en import

Als je dus economische groei wilt realiseren, dan moet de overheid meer geld uitgeven, of burgers en bedrijven moeten meer geld uitgeven, of er moet meer worden geëxporteerd, of er moet minder worden geïmporteerd. Meer smaken zijn er niet. Daarbij geldt voor zowel overheid, burgers als bedrijven dat als ze weliswaar meer geld uitgeven, maar dit teveel op krediet doen, dit enkele jaren later als een boemerang in het gezicht terugkomt.

Het gevolg van fors besparen
In Spanje zal het begrotingstekort dit jaar naar verwachting uitkomen rond 9,4% van het BBP. Het Spaanse BBP bedraagt ongeveer 990 miljard euro, zodat de Spaanse overheid dit jaar 93 miljard euro meer uitgeeft dan er binnenkomt. Ofwel, 93 miljard van het BBP is op krediet.

Nu gaat de regering besparen en wil het dat het begrotingstekort in 2011 uitkomt op 7%. Men gaat in 2011 dus slechts 69 miljard euro meer uitgeven dan er binnenkomt. De Spaanse overheid gaat in 2011 dus 24 miljard minder uitgeven dan in 2010.

Conclusie: Als burgers en bedrijven volgend jaar evenveel uitgeven, en als de export en import even hoog blijven, dan zal de Spaanse economie volgend jaar met 2,4% krimpen. En dus terug in een recessie belanden.

Om een recessie te voorkomen moeten burgers en bedrijven volgend jaar plotseling zorgeloos en optimistisch worden, en 24 miljard méér uitgeven dan in 2010. Of moeten Spaanse bedrijven voor 24 miljard meer exporteren en/of minder importeren. En áls dat al zou lukken, dan is er nog steeds sprake van economische stilstand.

Recessie is onvermijdelijk
De kans is echter veel groter dat Spaanse burgers en bedrijven volgend jaar helemaal niet optimistisch zullen zijn en juist minder gaan uitgeven, waardoor het probleem alleen maar groter wordt. Meer exporteren is uiteraard een goed idee, maar dan moeten buitenlanders eerst graag jouw producten willen kopen! Die kans is op de korte termijn zeer klein, want Spanje heeft haar concurrentiepositie sinds de invoering van de Euro enorm laten slabakken, waardoor het veel meer importeert dan exporteert. Om export te laten groeien is jarenlange loonmatiging of zelfs een loondaling nodig. Sociaal onmogelijk, want geen enkele burger zal dat pikken.

We kunnen daarom niet anders dan concluderen dat de Spaanse besparingsplannen op het eerste gezicht contraproductief zijn en alleen maar zullen leiden tot een forse recessie. Die dan weer voor lagere belastinginkomsten zal zorgen, waardoor het alleen maar moeilijker wordt. De overheid kan echter óók niet doorgaan met zoveel geld blijven uitgeven. Want dan explodeert de staatsschuld en wil niemand nog geld lenen aan de Spaanse overheid. En geld kunnen lenen is essentieel om de zaak draaiend te houden.

Het grote verschil tussen vroeger en nu
Voordat de Euro bestond, werd een dergelijke crisis op een simpele manier opgelost. Geld drukken en daarmee de valuta devalueren. Zo werden Spaanse producten goedkoper en kreeg de export een tijdelijke duw in de rug, terwijl geïmporteerde producten duurder, dus minder interessant voor de Spaanse burger werden. Op lange termijn slecht voor de economie, maar voor politici en centrale bankiers een prachtige “quick fix”.

Door de Euro is die “quick fix” nu niet meer mogelijk. Maar liefst 80% van de Spaanse export gaat naar andere Euro-landen. Voor die overige 20% moeten de Spanjaarden hopen op een daling van de Euro, maar dat is voorlopig niet waarschijnlijk. Dit omdat landen in het hoge Europese noorden (vooral Duitsland) veel beter op de centen én op hun concurrentiepositie hebben gepast, waardoor zij wel kunnen rekenen op een bloeiende export sector.

Ik heb hierboven Spanje als voorbeeld genomen, maar we kunnen aan dat rijtje rustig Portugal, Italie en Griekenland toevoegen. Ierland hoort er eigenlijk ook bij, maar heeft meer kansen omdat de Ierse economie meer op export naar landen buiten de Eurozone is gericht.

De enige mogelijke (theoretische) oplossing voor Spanje
Dat is inderaad besparen (er is geen keuze) en loonsverlagingen doorvoeren. Dus bereid zijn om jarenlang door een economische hel te gaan, en om in die periode keihard te werken aan het verbeteren van de concurrentiepositie. Keihard werken dus om ervoor te zorgen dat de buitenlandse vraag naar Spaanse producten fors stijgt. Maar waar vind je ook maar één Europese burger die bereid is om dat soort opofferingen te doen? Spanje (en ook Griekenland, Italië, Portugal) zit in een onmogelijke situatie, zonder uitweg.

Volgende week deel 2:
Waarom wij als gevolg van deze situatie uiteindelijk ook de klos zullen zijn.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Het is niet goed of er mankeert wat aan…

Het is opvallend dat de beurzen haast per definitie negatief reageren op berichten uit China. Eerst waren er de berichten over oververhitting die “absoluut zeker” tot een barstende bubbel zouden leiden. Nadat China diverse maatregelen heeft genomen, kwam vorige week het bericht dat een belangrijke producentenindex een vertraging in China’s economische groei voorspelt. Precies zoals we allemaal hadden gehoopt! Alleen geldt nu weer dat er angst is dat hierdoor het globale economische herstel schade zal oplopen. Het is niet goed of er mankeert wat aan…
 
Beurssentiment
Dat de beurzen negatief reageren op welk bericht dan ook uit China, heeft niets met China zelf te maken. Het heeft te maken met het geldende beurssentiment. Bijna ieder nieuwsbericht of economisch cijfers kan je naar eigen goeddunken positief of negatief uitleggen. Daarom zijn ze er bij de media ook zo enorm goed in om achteraf te verklaren waarom de beurs is gestegen of gedaald!
 
Oververhitting…of het omgekeerde?
Wist u trouwens dat de Chinese beurs maar liefst 30% lager noteert dan de hoogste koers van de afgelopen 12 maanden? En maar liefst 60% dan haar hoogste notering ooit? Dat lijkt niet erg op oververhitting, maar eerder op het omgekeerde! Volgende week gaan we in een uitgebreid artikel vertellen waarom wij zoveel verwachten van de Chinese beurs en van aandelen van Chinese bedrijven. Niet vanuit het oogpunt van de Chinese economie en alles wat daarbij komt, maar vanuit compleet andere invalshoek. Ik beloof u een interessant artikel…
 
Klagende Amerikanen
Nu we het toch over China hebben: vanmorgen zag ik op het Nederlandse tv-journaal een opvallend item over de problemen die bedrijven als Google en E-Bay in China hebben. Deze bedrijven klagen steen en been over Chinese censuur en dat ze niet kunnen doen wat ze willen. Volgens een Chinese it-specialist én volgens een daar wonende Nederlandse internet ondernemer is de waarheid heel anders. Google en E-Bay worden uit de markt geconcurreerd door Chinese bedrijven, voornamelijk omdat ze niet de moeite nemen om zich in te leven in de belevingswereld van de gemiddelde Chinees, hun potentiele klanten. Typisch Amerikaans om de Amerikaanse manier van doen klakkeloos naar een ander land te exporteren. En maar klagen die Amerikanen…
 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Grondstofprijzen rijp voor daling

De tijd lijkt rijp voor een daling van grondstofprijzen. China had het afgelopen jaar niet veel zin om nog meer geld aan de VS te lenen. Ze blijken daarom massaal grondstoffen te hebben aangekocht en hebben daar nu nogal wat voorraad van. Tegelijk zijn de Chinezen bezig om de economische groei af te remmen. Deze twee zaken duiden erop dat de Chinezen de komende maanden misschien even wat minder grondstoffen nodig zullen hebben.

Daarnaast geldt dat grondstofprijzen afgelopen jaar voor een groot deel zijn opgedreven door een financiële vraag naar grondstoffen. Vraag dus die is verzoorzaakt omdat veel beleggers via ETFs en ETNs in mandjes met grondstoffen beleggen. Hoe meer er via deze instrumenten in grondstoffen is belegd, hoe groter de kans op een daling van grondstofprijzen op korte termijn. En een daling van grondstofprijzen zal uiteraard ook een effect hebben op beurskoersen…

Korte termijn negatief. Lange termijn positief.
Voor de korte termijn is er dus een serieuze kans op een daling van grondstofprijzen. Voor de lange termijn verwachten wij uiteraard fors stijgende grondstofprijzen. Een serieuze daling kan dus een mooie moment zijn om grondstoffen aan- of bij te kopen.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Het enorme verschil tussen China en India

Ongeveer twee weken geleden zag ik op tv een reporter vertellen dat ze de twee hoofdrolspelers van de Oscar winnende Indiase film “Slumdog Millionaire” had opgezocht en geïnterviewd. De film won een jaar geleden de Oscar en het jongetje en meisje dat de hoofdrol speelden, waren zo uit de sloppenwijk gehaald. De verslaggeefster wilde uiteraard weten hoe het deze kinderen nu verging en welke impact de film op hun leven heeft gehad.

Geen enkel zicht op verbetering
Het bleek dat het jongetje het iets beter had dan voordien, nu samen met zijn moeder in een klein appartementje woonde en regelmatig naar school ging. Het meisje woonde nog steeds in de sloppenwijk en ging niet naar school. Verslaggevers uit de hele wereld moeten betalen om het meisje te mogen interviewen. Het geld gaat naar stiefmoeder en enkele louche ooms. Een wereldster die in de sloppenwijk woont, niet naar school gaat en geen enkel toekomstperspectief heeft.

Volgens de verslaggeefster (die in India woont) bestaat iedere grote Indiase stad voor een derde deel uit sloppenwijken, waarin geen enkel perspectief op verbetering van financiële situatie en levensomstandigheden zichtbaar is. Het meisje uit “Slumdog Millionaire” is een schrijnend voorbeeld van hoe India’s economische groei volledig voorbij gaat aan het arme deel van de bevolking.

Chinees meisje in kledingfabriek
Terwijl ik hiernaar keek, moest ik denken aan een documentaire van enkele maanden voordien over een Chinees meisje van 17 jaar. Zij ging vanuit haar dorp werken in een kledingfabriek in de stad. Geen vrolijk gezicht, al die rijen met kledingmaaksters in allemaal hetzelfde uniformpje. Ze werkte ook nog eens voor haar familie, zodat ik gelijk medelijden met haar kreeg.

Toen liet de documentaire echter zien dat ze voor haar jaarlijkse vakantie terug naar huis ging. Een simpele boerderij in een klein Chinees dorp, waar iedereen elkaar kende. Ze droeg moderne kleding, een indicatie dat ze toch zelf ook profiteerde van haar werk in de fabriek. Haar broer werkte op de boerderij en maakte ook een moderne indruk. De gehele familie investeerde hun gespaarde geld in een nieuw te bouwen huis, groot genoeg voor ouders, kinderen met toekomstige echtgenoten en kleinkinderen. Eenvoudige mensen, die hard werken om vooruit te komen en die ook daadwerkelijk vooruit komen.

Enorm contrast in structuur
Het enorme contract in deze twee persoonlijke verhalen over gewone mensen is wat mij betreft tekenend voor het enorme verschil in de structuur van de economische groei van deze twee landen. China realiseert forse economische groei, waarbij in de afgelopen 30 jaar meer dan 400 miljoen Chinese burgers uit de armoede zijn gekomen én waarbij de infrastructuur van het land zeer grondig is aangepakt.

De forse economische groei in India gaat bijna geheel voorbij aan het arme deel van de bevolking. Zij blijven net zo arm als ze altijd waren. Daarbij heeft India haar infrastructuur niet bepaald op orde. Om structurele economische groei te realiseren moeten veel mensen uit de armoede worden getild én moet fors worden geïnvesteerd in infrastructuur.

China heeft geïnvesteerd in het fundament van haar economische huis (mensen en infrastructuur) en blijft dat doen. India heeft het gammele fundament gelaten voor wat het was en is gelijk gaan investeren in de muren en het dak. Om die simpele reden zal China de komende jaren uitgroeien tot ’s werelds grootste economische macht, en niet India.

 

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media: