De bizarre maand oktober

Lang geleden dat ik zo een bizarre beursmaand heb meegemaakt. Misschien heb ik zelfs nooit zoiets bizars meegemaakt.

In een maand tijd gingen de aandelenbeurzen van gemakzuchtig optimisme naar paniek, en vervolgens in geen tijd terug naar een soort euforie. Zonder dat er op economisch of geopolitiek vlak nu echt iets speciaals gebeurde.

Dat de beurs zó snel herstelde, heeft mij enorm verrast. Vooral omdat de dollar steeg én de olieprijs zeer onverwacht (en door bijna niemand voorzien) fors daalde.

Stijgende dollar is normaal slecht voor beurs
Vooral de stijgende dollar is normaal gezien niet goed voor de beurzen. Veroorzaakt dalende winsten van Amerikaanse bedrijven (buitenlandse winsten dalen in dollars gemeten) én veel problemen in opkomende markten (dollars die het land verlaten).

Daarnaast zagen we dat de Yen fors daalde omdat de Bank of Japan aankondigde nóg meer geld te gaan printen én zagen we dat de goudprijs opnieuw een opdonder kreeg.

Oorzaak daling goudprijs
Afgelopen maand was voor wat betreft goud zeer bizar. Bijna iedere week las ik berichten over fors stijgende vraag naar fysiek goud in vooral China, India en Rusland. En vorige week nog las ik hier nog dat de US Mint een 40% hogere vraag naar zilveren munten had.

Terwijl de vraag naar fysiek goud en zilver tot recordhoogte is gestegen, dalen de prijzen van goud en zilver. Hoe bizar is dat?

Een even logische als plausibele uitleg hiervoor hoorde ik vorige week van Raoul Pal.

Prijs goud wordt bepaald op de papieren markt
Voor iedere kilo fysiek goud zijn er misschien wel 100 beleggers die op papier goud bezitten. De goudprijs wordt echter bepaald op de papieren markt, en is dus manipuleerbaar.

Eén kilo fysiek goud dient zodoende als onderpand voor 100 kilo papiergoud. En zolang die 100 papieren goudbeleggers er allemaal op vertrouwen dat ze fysiek goud kunnen opeisen én geleverd zullen krijgen, is er niets aan de hand.

Omdat de vraag naar fysiek goud nu echter zo groot is, verdwijnt veel goud in kluizen van gewone mensen en centrale banken, waardoor het niet langer beschikbaar is voor levering. En waardoor de hoeveelheid beschikbaar onderpand zienderogen daalt.

Omdat er minder fysiek goud als onderpand beschikbaar is, moeten een fors aantal papieren goudposities worden gesloten omdat anders de verhouding fysiek goud/papiergoud nóg maffer wordt dan die nu al is. En door het sluiten van al die papieren goudposities, daalt de goudprijs.

Fase waar we doorheen moeten
Raoul Pal omschrijft dit als een tijdelijke fase waar we doorheen moeten. Die fase zal eindigen zodra we berichten zien van grote papieren goudbeleggers die levering van fysiek goud eisen. Of zodra de Shanghai Gold Exchange besluit om de goudprijs niet langer door de LBMA (London) te laten bepalen, maar het zelf te doen.

Zodra beleggers de papieren goudmarkt niet langer vertrouwen en alleen nog fysiek goud willen, of zodra andere goudmarkten besluiten om de Londonse prijsbepaling te negeren, gaat het knallen.

Dát dit gaat gebeuren is onvermijdelijk. Wannéér dit gaat gebeuren, weet niemand.

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media:

Mario laat de geldpersen alvast warm draaien

In juli 2012 haalde ECB-president Mario Draghi een mooie truc uit. Hij beloofde de financiële markten domweg dat hij er alles aan ging doen om de euro in zijn huidige vorm te laten overleven.

Mario zat tussen twee vuren. Grote problemen in de PIIGS-landen schreeuwden om meer geld printen. Merkel wilde echter absoluut niet dat de ECB nog meer geld ging printen. Het zou haar herverkiezing in gevaar brengen.

De truc heeft gewerkt. En nog best een lange tijd ook. Mario heeft nu al 15 maanden lang op zijn belofte kunnen teren, zonder geld te hoeven printen. Met dank aan zijn collega’s Bernanke en Kuroda (Japan), die de geldpersen wél volop lieten draaien. Maar de truc verliest nu haar uitwerking.

Rampzalige cijfers
Vorige week kwam Eurostat met het bericht dat de staatsschuld in de Eurozone in het 2e kwartaal is gestegen tot maar liefst 93,4% van het BBP. De eurolanden voegden samen nog maar eens €125 miljard aan hun toch al torenhoge schuld toe.

De staatsschulden van Griekenland (169%), Italie (133%) en Portugal (131%) zijn domweg onhoudbaar. En hoewel Spanje met 92% nog net onder het gemiddelde zit, stijgt haar staatsschuld het snelst van alle eurolanden. De grafiek hieronder zegt genoeg.

Meer slecht nieuws
Gisteren kwam Eurostat met nog meer slecht nieuws. De werkloosheid in de eurozone blijft met 12,2% onverminderd hoog. In september verloren nog maar eens 60.000 mensen hun baan.

Maar écht verrassend was het bericht dat inflatie in de Eurozone in oktober is gedaald tot slechts 0,7%. Zonder geld printen gaat de eurozone de komende maanden richting deflatie. In de zwakke landen gaat het nu al die kant op. Kijk maar eens hieronder naar de Spaanse inflatiecijfers.

Het gaat nog een tijd lang gezellig zijn op de beurs
Deflatie is een ramp voor landen met te hoge staatsschulden. En is een nachtmerrie in de ogen van centrale bankiers. Mario gaat geld printen. Veel geld.

Dat betekent dat straks de drie grootste centrale banken ter wereld volop aan het geld printen zijn. Een ramp voor de lange termijn.

Maar voor ons beleggers is de lange termijn een zorg voor later. Want voor de komende tijd betekent het zeer waarschijnlijk dat het op de aandelenbeurzen gezellig gaat zijn. Héél gezellig.

Deel dit artikel per mail of via uw sociale media: